Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onoplettendheid:
  2. onoplettend:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onoplettendheid (Nederlands) in het Engels

onoplettendheid:

onoplettendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onoplettendheid (onaandachtigheid)
    the inattention

Vertaal Matrix voor onoplettendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inattention onaandachtigheid; onoplettendheid

Verwante woorden van "onoplettendheid":



onoplettend:

onoplettend bijvoeglijk naamwoord

  1. onoplettend (onaandachtig; ongeconcentreerd)
    inattentive; unconcentrated

Vertaal Matrix voor onoplettend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inattentive onaandachtig; ongeconcentreerd; onoplettend nalatig; onachtzaam
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unconcentrated onaandachtig; ongeconcentreerd; onoplettend

Verwante woorden van "onoplettend":


Wiktionary: onoplettend

onoplettend
adjective
  1. unaware

Cross Translation:
FromToVia
onoplettend distracted; inattentive; absent-minded; scatterbrained; negligent; distraught; careless distrait — Qui n’a pas d’attention à ce qu’il dit ou à ce qu’il fait, qui n’est pas à ce qu’on lui dit.
onoplettend neglectful; negligent; remiss; careless; lax; thoughtless; absent-minded; inattentive négligent — Qui faire preuve de négligence.