Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onsamenhangend:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onsamenhangend (Nederlands) in het Engels

onsamenhangend:

onsamenhangend bijvoeglijk naamwoord

  1. onsamenhangend (inconsistent)
    inconsistent; incoherent; ambivalent; uncorrelated; contradictory; incompatible; disconnected; clashing; conflicting

Vertaal Matrix voor onsamenhangend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambivalent inconsistent; onsamenhangend ambivalent; tweeslachtig
clashing inconsistent; onsamenhangend in strijd met; tegenstrijdig met
conflicting inconsistent; onsamenhangend hiertegen; in strijd met; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig; tegenstrijdig met
contradictory inconsistent; onsamenhangend hiertegen; in strijd met; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig; tegenstrijdig met
disconnected inconsistent; onsamenhangend verbroken
incoherent inconsistent; onsamenhangend
incompatible inconsistent; onsamenhangend contrasterend; hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
inconsistent inconsistent; onsamenhangend
uncorrelated inconsistent; onsamenhangend

Verwante woorden van "onsamenhangend":

  • onsamenhangendheid

Wiktionary: onsamenhangend

onsamenhangend
adjective
  1. geen samenhangend geheel vormen
adverb
  1. op een niet samenhangend manier
onsamenhangend
adjective
  1. Factious, tending to break into pieces.
  2. math: not connected
  3. incongruous, inappropriate or illogical