Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ontwapenen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontwapenen (Nederlands) in het Engels

ontwapenen:

ontwapenen werkwoord (ontwapen, ontwapent, ontwapende, ontwapenden, ontwapend)

  1. ontwapenen (wapens verminderen)
    to disarm
    • disarm werkwoord (disarms, disarmed, disarming)

Conjugations for ontwapenen:

o.t.t.
  1. ontwapen
  2. ontwapent
  3. ontwapent
  4. ontwapenen
  5. ontwapenen
  6. ontwapenen
o.v.t.
  1. ontwapende
  2. ontwapende
  3. ontwapende
  4. ontwapenden
  5. ontwapenden
  6. ontwapenden
v.t.t.
  1. heb ontwapend
  2. hebt ontwapend
  3. heeft ontwapend
  4. hebben ontwapend
  5. hebben ontwapend
  6. hebben ontwapend
v.v.t.
  1. had ontwapend
  2. had ontwapend
  3. had ontwapend
  4. hadden ontwapend
  5. hadden ontwapend
  6. hadden ontwapend
o.t.t.t.
  1. zal ontwapenen
  2. zult ontwapenen
  3. zal ontwapenen
  4. zullen ontwapenen
  5. zullen ontwapenen
  6. zullen ontwapenen
o.v.t.t.
  1. zou ontwapenen
  2. zou ontwapenen
  3. zou ontwapenen
  4. zouden ontwapenen
  5. zouden ontwapenen
  6. zouden ontwapenen
en verder
  1. ben ontwapend
  2. bent ontwapend
  3. is ontwapend
  4. zijn ontwapend
  5. zijn ontwapend
  6. zijn ontwapend
diversen
  1. ontwapen!
  2. ontwapent!
  3. ontwapend
  4. ontwapenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ontwapenen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ontwapenen (ontwapening)
    the disarmament

Vertaal Matrix voor ontwapenen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disarmament ontwapenen; ontwapening ontwapening
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disarm ontwapenen; wapens verminderen krachteloos maken; onschadelijk maken; ontwrichten; verlammen

Wiktionary: ontwapenen

ontwapenen
verb
  1. to deprive of the means or the disposition to harm
  2. to deprive of arms

Cross Translation:
FromToVia
ontwapenen disarm désarmerdépouiller quelqu’un de ses armes.