Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opmerkelijk:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor opmerkelijk:
    • notably, salient


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opmerkelijk (Nederlands) in het Engels

opmerkelijk:

opmerkelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. opmerkelijk (opvallend; saillant; opmerkenswaardig; )
    remarkable; notable; conspicuous; striking; obvious; outstanding; distinct; explicit; pronounced; unmistakable

Vertaal Matrix voor opmerkelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
notable notabel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conspicuous frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
distinct frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend aanschouwelijk; afzonderlijk; apart; duidelijk; flagrant; geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; overduidelijk; uitgesproken; verhelderend; zo klaar als een klontje; zonneklaar
explicit frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend cru; expliciet; geprononceerd; klemmend; markant; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; uitdrukkelijk; uitgesproken
notable frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; noemenswaardig; vermeldenswaard; vermeldenswaardig
obvious frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend begrijpelijk; duidelijk; eruitspringend; flagrant; helder; herkenbaar; onmiskenbaar; opvallend; opzichtig; overduidelijk; protserig; schreeuwerig; uitsteken; zo klaar als een klontje; zonneklaar
outstanding frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend eruitspringend; onafgelost; onbetaald; onvereffend; onvoldaan; opvallend; uitsteken
pronounced frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
remarkable frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors
striking frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; enorm; flink; fors; gedenkwaardig; heugelijk; memorabel
unmistakable frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend duidelijk; geprononceerd; herkenbaar; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; uitgesproken

Verwante woorden van "opmerkelijk":

  • opmerkelijker, opmerkelijkere, opmerkelijkst, opmerkelijkste, opmerkelijke

Wiktionary: opmerkelijk

opmerkelijk
adjective
  1. worthy of note; significant
  2. worthy of notice; remarkable
  3. worthy of being remarked
  4. distinguished by superiority
adverb
  1. in a remarkable manner

Cross Translation:
FromToVia
opmerkelijk outstanding herausragendüber eine gegenständliche oder abstrakte Ebene oder Umgebung ragend
opmerkelijk remarkable; notable; noteworthy; striking remarquable — Qui mériter d’être remarqué ; qui attirer l’attention.
opmerkelijk salient; noteworthy; remarkable; notable saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.