Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rot- (Nederlands) in het Engels

rot:

rot bijvoeglijk naamwoord

  1. rot (vervelend; saai; ellendig; )
    dreadful; dull; boring
  2. rot (verrot; slecht; vergaan; bedorven; rottig)
    depraved; rotten; degenerate; putrefied; perverted; corrupt

Vertaal Matrix voor rot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerate gedegenereerde; ontaarde; perverseling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corrupt achteruitgaan; beschadigen; corrumperen; degenereren; ontaarden; verderven; verworden
degenerate achteruitgaan; degenereren; ontaarden; ontbinden; rotten; verbasteren; verderven; vergaan; verrotten; verteren; vervormen; verworden; wegrotten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boring afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend afgezaagd; afstompend; bokkig; dwars; eentonig; geestdodend; koppig; langdradig; monotoon; saai; saaie; slaapverwekkend; stijfhoofdig; stom; stomvervelend; suf; taai; vervelend; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding
corrupt bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot bedorven; corrupt; gedegenereerd; liederlijk; omkoopbaar; ontaard; onzedelijk; slecht; verdorven; verregaand zedenloos
degenerate bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot bedorven; gedegenereerd; liederlijk; ontaard; onzedelijk; slecht; verdorven; verregaand zedenloos
depraved bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot goddeloos; heilloos; liederlijk; onzedelijk; verderfelijk; verdorven; verregaand zedenloos
dreadful afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk
dull afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; beslagen; bleekrood; bokkig; bot; breinloos; daas; dof; dom; duf; dwars; eentonig; flets; geestdodend; geesteloos; glansloos; grauw; hersenloos; idioot; koppig; langdradig; mat; mistroostig; monotoon; niet helder; niet uitbundig; onbenullig; ongeanimeerd; onnozel; onscherp; onverstandig; saai; saaie; slaapverwekkend; smakeloos; soezerig; somber; stijfhoofdig; stijlloos; stom; stompzinnig; stupide; suf; taai; triest; troosteloos; vaalrood; verstandeloos; versuft; vervelend; vreugdeloos; weerbarstig; weerspannig; zonder afleiding; zouteloos
perverted bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot liederlijk; onzedelijk; pervers; verdorven; verregaand zedenloos
rotten bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot akelig; banaal; belabberd; beroerd; ellendig; grof; kliederig; knoeierig; laag-bij-de-grond; lamlendig; lomp; morsig; naar; plat; platvloers; schunnig; triviaal; voos; vuil; vunzig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
putrefied bedorven; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot goor; onverkwikkelijk; rans; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend

Verwante woorden van "rot":


Antoniemen van "rot":


Verwante definities voor "rot":

  1. heel erg of heel hard1
    • ze werkt zich rot1
  2. vervelend of ellendig1
    • ik vind het rot voor je1
  3. wat aan het bederven is1
    • deze appel is rot van binnen1

Wiktionary: rot

rot
adjective
  1. decayed, gone bad
noun
  1. sailor

Cross Translation:
FromToVia
rot rat rat — Animal

rotten:

rotten werkwoord (rot, rotte, rotten, gerot)

  1. rotten (wegrotten; ontbinden; vergaan; verrotten; verteren)
    to deteriorate; to perish; to degenerate; to rot; to decay; to be wrecked; to fall into decline; to be lost; to meet an accident; to crash
    • deteriorate werkwoord (deteriorates, deteriorated, deteriorating)
    • perish werkwoord (perishes, perished, perishing)
    • degenerate werkwoord (degenerates, degenerated, degenerating)
    • rot werkwoord (rots, rotted, rotting)
    • decay werkwoord (decaies, decayed, decaying)
    • be wrecked werkwoord (is wrecked, being wrecked)
    • fall into decline werkwoord (falls into decline, fell into decline, falling into decline)
    • be lost werkwoord (is lost, being lost)
    • meet an accident werkwoord (meets an accident, met an accident, meeting an accident)
    • crash werkwoord (crashes, crashed, crashing)
  2. rotten (bederven; vergaan; verrotten; wegrotten)
    to decay; to spoil; to rot; go bad
    • decay werkwoord (decaies, decayed, decaying)
    • spoil werkwoord (spoils, spoiled, spoiling)
    • rot werkwoord (rots, rotted, rotting)
    • go bad werkwoord

Conjugations for rotten:

o.t.t.
  1. rot
  2. rot
  3. rot
  4. rotten
  5. rotten
  6. rotten
o.v.t.
  1. rotte
  2. rotte
  3. rotte
  4. rotten
  5. rotten
  6. rotten
v.t.t.
  1. ben gerot
  2. bent gerot
  3. is gerot
  4. zijn gerot
  5. zijn gerot
  6. zijn gerot
v.v.t.
  1. was gerot
  2. was gerot
  3. was gerot
  4. waren gerot
  5. waren gerot
  6. waren gerot
o.t.t.t.
  1. zal rotten
  2. zult rotten
  3. zal rotten
  4. zullen rotten
  5. zullen rotten
  6. zullen rotten
o.v.t.t.
  1. zou rotten
  2. zou rotten
  3. zou rotten
  4. zouden rotten
  5. zouden rotten
  6. zouden rotten
en verder
  1. heeft gerot
  2. hebben gerot
diversen
  1. rot!
  2. rot!
  3. gerot
  4. rottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rotten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crash aanrijding; aanvaring; afname; barst; beurskrach; botsing; breuk; collisie; crash; daling; debacle; dreun; ineenstorting; ineenzakking; instorting; klap; knal; krach; krak; kwak; minder worden; scheur; smak; terugloop; val; vastloper
decay bederf; verbasterd woord; verbastering; verrotting
degenerate gedegenereerde; ontaarde; perverseling
rot gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be lost ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten aftakelen; missen; verdwaald zijn; vermissen; verongelukken; verzwakken; wegglijden
be wrecked ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten verongelukken
crash ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten aanrijden; botsen; crashen; ineenstorten; instorten; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op; vastlopen; verongelukken
decay bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; bouwvallig worden; vergaan; verkommeren; vervallen
degenerate ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verbasteren; verderven; vervormen; verworden
deteriorate ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; bouwvallig worden; erger worden; verslechteren; vervallen
fall into decline ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten
go bad bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten
meet an accident ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten verongelukken
perish ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten bezwijken; breken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapot gaan; omkomen; onder water gaan; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; stuk gaan; te gronde gaan; ten ondergaan; vallen; verongelukken; wegvallen; zinken
rot bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; in staat van ontbinding zijn; kletspraat verkopen; liggen rotten; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
spoil bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; iets bederven; stukmaken; verbroddelen; vergallen; verkankeren; verklungelen; verknallen; verknoeien; verloederen; verpesten; verslonzen; vertroetelen; verwennen; verzieken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degenerate bedorven; gedegenereerd; liederlijk; ontaard; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot

Wiktionary: rotten

rotten
verb
  1. to decay

Cross Translation:
FromToVia
rotten sick schlecht — nicht mehr gut, etwa bei Lebensmitteln verschimmelt
rotten putrefy; rot pourrir — Se décomposer, fermenter, s'altérer, se corrompre, se gâter sous l’action de bactéries.


Wiktionary: rot-


Cross Translation:
FromToVia
rot- despicable; contemptible; despisable; invalid méprisable — Qui est digne de mépris.
rot- paltry; rotten; lousy; no good; wretched piètre — Qui est mesquin, chétif et de nulle valeur dans son genre.

Verwante vertalingen van rot-



Engels

Uitgebreide vertaling voor rot- (Engels) in het Nederlands

rot- vorm van rot:

to rot werkwoord (rots, rotted, rotting)

  1. to rot (decay; spoil; go bad)
    bederven; vergaan; rotten; verrotten; wegrotten
    • bederven werkwoord (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • vergaan werkwoord (verga, vergaat, verging, vergingen, vergaan)
    • rotten werkwoord (rot, rotte, rotten, gerot)
    • verrotten werkwoord (verrot, verrotte, verrotten, verrot)
    • wegrotten werkwoord (rot weg, rotte weg, rotten weg, weggerot)
  2. to rot (deteriorate; perish; degenerate; )
    ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten; verteren
    • ontbinden werkwoord (ontbind, ontbindt, ontbond, ontbonden, ontbonden)
    • rotten werkwoord (rot, rotte, rotten, gerot)
    • vergaan werkwoord (verga, vergaat, verging, vergingen, vergaan)
    • verrotten werkwoord (verrot, verrotte, verrotten, verrot)
    • wegrotten werkwoord (rot weg, rotte weg, rotten weg, weggerot)
    • verteren werkwoord (verteer, verteert, verteerde, verteerden, verteerd)
  3. to rot (twaddle; babble; prattle; )
    lullen; zwammen; zwetsen; kletspraat verkopen; zeveren
    • lullen werkwoord (lul, lult, lulde, lulden, geluld)
    • zwammen werkwoord (zwam, zwamt, zwamde, zwamden, gezwamd)
    • zwetsen werkwoord (zwets, zwetst, zwetste, zwetsten, gezwetst)
    • zeveren werkwoord (zever, zevert, zeverde, zeverden, gezeverd)
  4. to rot (deteriorate; decay)
    afrotten
    • afrotten werkwoord (rot af, rott af, rotte af, rotten af, afgerot)
  5. to rot (be in a state of decomposition)
    in staat van ontbinding zijn; liggen rotten

Conjugations for rot:

present
  1. rot
  2. rot
  3. rots
  4. rot
  5. rot
  6. rot
simple past
  1. rotted
  2. rotted
  3. rotted
  4. rotted
  5. rotted
  6. rotted
present perfect
  1. have rotted
  2. have rotted
  3. has rotted
  4. have rotted
  5. have rotted
  6. have rotted
past continuous
  1. was rotting
  2. were rotting
  3. was rotting
  4. were rotting
  5. were rotting
  6. were rotting
future
  1. shall rot
  2. will rot
  3. will rot
  4. shall rot
  5. will rot
  6. will rot
continuous present
  1. am rotting
  2. are rotting
  3. is rotting
  4. are rotting
  5. are rotting
  6. are rotting
subjunctive
  1. be rotted
  2. be rotted
  3. be rotted
  4. be rotted
  5. be rotted
  6. be rotted
diverse
  1. rot!
  2. let's rot!
  3. rotted
  4. rotting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

rot [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rot (empty talk; balderdash; twaddle; )
    het gelul; het gezwam; het gewauwel; het gezwets; het gebazel; het geleuter; de leuterpraat; het geklets
    • gelul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezwam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gewauwel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezwets [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebazel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geleuter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leuterpraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geklets [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrotten decaying; deterioration; rotting
bederven rotting
gebazel balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle gibberish; nonsense
geklets balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle babble; backbiting; blah; bunkum; cackling; chatter; clanging; claptrap; defamation; gabble; gossip; jabber; jaw; mudslinging; prattle; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; talk; talkee-talkee; talks; tittle-tattle; tolling; vilification; wishwash; yacking
geleuter balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
gelul balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle
gewauwel balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle
gezwam balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
gezwets balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
leuterpraat balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle
lullen cocks; crackerjacks; dabs; dicks; pricks
ontbinden dissolving; separating
vergaan rotting
verrotten rotting
zeveren drooling
- buncombe; bunk; bunkum; decomposition; guff; hogwash; putrefaction; rotting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrotten decay; deteriorate; rot
bederven decay; go bad; rot; spoil attack; botch up; damage; erode; foul up; mess up; muck up; ruin; spoil; upset
in staat van ontbinding zijn be in a state of decomposition; rot
kletspraat verkopen babble; blab; chat; chatter; drivel; gab; have a chat; jabber; jaw; prattle; prattle on; rot; talk crap; talk rot; talk rubbish; twaddle
liggen rotten be in a state of decomposition; rot
lullen babble; blab; chat; chatter; drivel; gab; have a chat; jabber; jaw; prattle; prattle on; rot; talk crap; talk rot; talk rubbish; twaddle
ontbinden be lost; be wrecked; crash; decay; degenerate; deteriorate; fall into decline; meet an accident; perish; rot adjourn; break down; dissolve; melt away; sever
rotten be lost; be wrecked; crash; decay; degenerate; deteriorate; fall into decline; go bad; meet an accident; perish; rot; spoil
vergaan be lost; be wrecked; crash; decay; degenerate; deteriorate; fall into decline; go bad; meet an accident; perish; rot; spoil be ruined; come to grief; crumble; decay; decline; disintegrate; elapse; expire; fall apart; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; go by; go to ruin; pass
verrotten be lost; be wrecked; crash; decay; degenerate; deteriorate; fall into decline; go bad; meet an accident; perish; rot; spoil decline
verteren be lost; be wrecked; crash; decay; degenerate; deteriorate; fall into decline; meet an accident; perish; rot bear; become worn; consume; decline; digest; endure; get worn out; spend money; stand; sustain; wear out
wegrotten be lost; be wrecked; crash; decay; degenerate; deteriorate; fall into decline; go bad; meet an accident; perish; rot; spoil decline
zeveren babble; blab; chat; chatter; drivel; gab; have a chat; jabber; jaw; prattle; prattle on; rot; talk crap; talk rot; talk rubbish; twaddle babble; blab; chat; chatter; dribble; drone on; gab; jabber; prattle; prattle on; slaver; slobber; talk crap; talk rubbish; waffle
zwammen babble; blab; chat; chatter; drivel; gab; have a chat; jabber; jaw; prattle; prattle on; rot; talk crap; talk rot; talk rubbish; twaddle blab; chat; chatter; have a conversation; narrate; rattle; relate; speak; talk; tell
zwetsen babble; blab; chat; chatter; drivel; gab; have a chat; jabber; jaw; prattle; prattle on; rot; talk crap; talk rot; talk rubbish; twaddle
- decompose; molder; moulder; waste
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- decay; decompose; drivel; moulder; moulder away; putrefy; rot away; rubbish
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vergaan corrupt; degenerate; depraved; perverted; putrefied; rotten

Verwante woorden van "rot":

  • rots

Synoniemen voor "rot":


Verwante definities voor "rot":

  1. unacceptable behavior (especially ludicrously false statements)2
  2. (biology) the process of decay caused by bacterial or fungal action2
  3. a state of decay usually accompanied by an offensive odor2
  4. become physically weaker2
  5. break down2

Wiktionary: rot

rot
verb
  1. to decay
rot
noun
  1. bacteriële groei
verb
  1. vergaan door rotting

Cross Translation:
FromToVia
rot bederven; rotten; vergaan; verrotten pourrir — Se décomposer, fermenter, s'altérer, se corrompre, se gâter sous l’action de bactéries.

Verwante vertalingen van rot-