Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. samenstellen:
  2. samentellen:
  3. samenstel:
  4. Wiktionary:
  5. Gebruikers suggesties voor samenstellen:
    • constitute, compound, configure


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor samenstellen (Nederlands) in het Engels

samenstellen:

samenstellen werkwoord

  1. samenstellen (bij elkaar voegen)
    to compose; to compile; add components together

Vertaal Matrix voor samenstellen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compile bij elkaar voegen; samenstellen compileren
compose bij elkaar voegen; samenstellen bouwen; componeren; muziek componeren; op muziek zetten; opbouwen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
add components together bij elkaar voegen; samenstellen

Verwante woorden van "samenstellen":


Wiktionary: samenstellen

samenstellen
verb
  1. meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken
samenstellen
verb
  1. -
  2. to make something by merging parts
  3. assemble from a collection

Cross Translation:
FromToVia
samenstellen assemble; take along; convene; put together; build; compose; construct; draught; combine assemblermettre ensemble.
samenstellen compose; dial; create; write; typeset; set composerformer un tout de l’assemblage de plusieurs parties, parler des choses physiques et des choses morales.
samenstellen join; assemble; link together; link up; put together; build; compose; construct; draught; combine; connect; unite; add; append joindreapprocher deux choses l’une contre l’autre, en sorte qu’elles se toucher ou qu’elles se tenir.

samentellen:

samentellen werkwoord (stel samen, stelt samen, stelde samen, stelden samen, samengesteld)

  1. samentellen
    to add
    • add werkwoord (adds, added, adding)

Conjugations for samentellen:

o.t.t.
  1. stel samen
  2. stelt samen
  3. stelt samen
  4. stellen samen
  5. stellen samen
  6. stellen samen
o.v.t.
  1. stelde samen
  2. stelde samen
  3. stelde samen
  4. stelden samen
  5. stelden samen
  6. stelden samen
v.t.t.
  1. heb samengesteld
  2. hebt samengesteld
  3. heeft samengesteld
  4. hebben samengesteld
  5. hebben samengesteld
  6. hebben samengesteld
v.v.t.
  1. had samengesteld
  2. had samengesteld
  3. had samengesteld
  4. hadden samengesteld
  5. hadden samengesteld
  6. hadden samengesteld
o.t.t.t.
  1. zal samentellen
  2. zult samentellen
  3. zal samentellen
  4. zullen samentellen
  5. zullen samentellen
  6. zullen samentellen
o.v.t.t.
  1. zou samentellen
  2. zou samentellen
  3. zou samentellen
  4. zouden samentellen
  5. zouden samentellen
  6. zouden samentellen
en verder
  1. ben samengesteld
  2. bent samengesteld
  3. is samengesteld
  4. zijn samengesteld
  5. zijn samengesteld
  6. zijn samengesteld
diversen
  1. stel samen!
  2. stelt samen!
  3. samengesteld
  4. samenstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor samentellen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
add samentellen aanbouwen; aansluiten; aanvullen; bevatten; bijbouwen; bijdoen; bijgieten; bijleveren; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; bijzetten; completeren; erbij doen; erbij tellen; erbij voegen; expanderen; inhouden; inschenken; intappen; neerzetten; openen; optellen; plaatsen; samenschikken; schenken; serveren; tappen; toevoegen; toevoegen aan levering; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; voegen; voltallig maken; zetten

Wiktionary: samentellen

samentellen
verb
  1. add up

samenstellen vorm van samenstel:

samenstel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het samenstel (bestel)
    the existing order; the establishment

Vertaal Matrix voor samenstel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
establishment bestel; samenstel autoriteiten; bepaling; definiëring; determinatie; gezag; gezaghebbers; grondlegging; het stichten; instelling; omschrijving; oprichting; orgaan; stichting; vestiging; zintuig
existing order bestel; samenstel

Verwante woorden van "samenstel":