Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: slaperigheid

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: slaperigheid

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

slaperigheid:
- sleepiness; drowsiness; dreaminess
slaperig:
- drowsy
Wiktionary:
- slaperigheid → dreaminess, sleepiness
- slaperigheid → drowsiness, sleepiness, doziness, slumberousness
- slaperig → sleepy, drowsy
- slaperig → drowsiness
- slaperig → sleepy, drowsy, dozy, somnolently

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slaperigheid (Nederlands) in het Engels

slaperigheid:

slaperigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de slaperigheid (lodderigheid; slaapdronkenheid; soezerigheid)
the sleepiness; the drowsiness; the dreaminess
- sleepiness [the ~] zelfstandig naamwoord
- drowsiness [the ~] zelfstandig naamwoord
- dreaminess [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slaperigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dreaminess	lodderigheid; slaapdronkenheid; slaperigheid; soezerigheid
drowsiness	lodderigheid; slaapdronkenheid; slaperigheid; soezerigheid
sleepiness	lodderigheid; slaapdronkenheid; slaperigheid; soezerigheid

Verwante woorden van "slaperigheid":

slaperig

Wiktionary: slaperigheid

slaperigheid

noun

het gevoel slaperig te zijn, afwezig zijn met gedachten
- slaperigheid → dreaminess
de neiging te gaan slapen
- slaperigheid → sleepiness

Cross Translation:

From	To	Via
• slaperigheid	→ drowsiness; sleepiness; doziness; slumberousness	↔ Schläfrigkeit — das Verspüren des Bedürfnisses nach Schlaf, die Neigung zum Einschlafen

slaperig:

slaperig bijvoeglijk naamwoord

slaperig (versuft; lodderig; suffig; dommelig)
drowsy
- drowsy bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor slaperig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drowsy	dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft	daas; doezelig; dof; geesteloos; mat; soezerig; soezig; suf; versuft

Verwante woorden van "slaperig":

slaperigheid, slaperiger, slaperigere, slaperigst, slaperigste, slaperige

Wiktionary: slaperig

slaperig

adjective

behoefte tot slaap vertonend
- slaperig → sleepy

slaperig

adjective

inclined to drowse
- drowsy → slaperig
feeling the need for sleep
- sleepy → slaperig

noun

State of being drowsy
- drowsiness → slaperig

Cross Translation:

From	To	Via
• slaperig	→ sleepy; drowsy; dozy; somnolently	↔ schläfrig — ein Bedürfnis nach Schlaf verspürend, geneigt einschlafen
• slaperig	→ sleepy	↔ verschlafen — schläfrig, schlafgezeichnet, obwohl wach dem Schlafe noch nicht entkommen