Nederlands

Uitgebreide vertaling voor typisch (Nederlands) in het Engels

typisch:

typisch bijvoeglijk naamwoord

  1. typisch (karakteristiek; kenmerkend; typerend; tekenend)
    characteristic; typical; distinctive
  2. typisch (zonderling; excentriek; bijzonder; )
    eccentric; idiosyncratic; peculiar; unusual; exceptional; bizarre; noteworthy; curious; odd; freak; different
  3. typisch (maf; vreemd; eigenaardig; )
    weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid; mad
    • weird bijvoeglijk naamwoord
    • ridiculous bijvoeglijk naamwoord
    • muzzy bijvoeglijk naamwoord
    • foolish bijvoeglijk naamwoord
    • odd bijvoeglijk naamwoord
    • silly bijvoeglijk naamwoord
    • insane bijvoeglijk naamwoord
    • mixed up bijvoeglijk naamwoord
    • daft bijvoeglijk naamwoord
    • crazy bijvoeglijk naamwoord
    • funny bijvoeglijk naamwoord
    • idiotic bijvoeglijk naamwoord
    • stupid bijvoeglijk naamwoord
    • mad bijvoeglijk naamwoord
  4. typisch (excentriek; vreemd; apart; buitenissig; extravagant)
    eccentric

Vertaal Matrix voor typisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
characteristic eigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; stigma; trekje; typering
daft achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
distinctive distinctief
freak fanaat; fanaticus; fanatiekeling; freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
mad achterlijke; gek; geschifte; idioot; waanzinnige; zwakzinnige
stupid druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
characteristic karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch illustratief; kenschetsend; specifiek; tekenend; typerend
crazy dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; bizar; geestelijk gestoord; geflipt; gek; geschift; gestoord; getikt; grotesk; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; stupide; zot
curious apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling benieuwd; curieus; eigenaardig; nieuwsgierig; vreemd
daft dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; dwaas; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot
different apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling afwijkend; anders; anderszins; verschillend
distinctive karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch afzonderlijk; apart
eccentric apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
exceptional apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; uitzonderlijke; zeer
foolish dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; dom; dwaas; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbezonnen; onverstandig; onwijs; stom; stupide; suf; zot
funny dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; gek; geschift; gestoord; grappig; humoristisch; humoristische; idioot; idioterig; jolig; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; krankjorum; krankzinnig; kwiek; leuk; leuke; leukjes; levendig; lustig; maf; mesjogge; monter; niet goed snik; ongemeen; ongewoon; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; raar; schaars; stupide; uiig; uitgelaten; uitheems; uitzonderlijk; uniek; vreemd; vreemdsoortig; vrolijk; wakker; welgemoed; zelden; zeldzaam; zonderling; zonnig; zot
idiosyncratic apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
idiotic dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; ridicuul; stupide; zot
insane dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; geestelijk gestoord; geestesziek; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; ridicuul; stupide; waanzinnig; zot
mad dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; boos; dol; furieus; geestesziek; gek; geschift; gestoord; hels; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; kwaad; laaiend; maf; mesjogge; naarstig; niet goed snik; nijdig; razend; stupide; tierend; verwoed; waanzinnig; woedend; woest; zot
muzzy dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd daas; dof; geesteloos; mat; soezerig; suf; vaag; vaag zichtbaar; versuft; wazig
noteworthy apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; noemenswaardig; verheven; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; voornaam
odd apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; gek; maf; mal; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling achterlijk; afwijkend; anders; anderszins; curieus; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; merkwaardig; mesjogge; niet goed snik; oneven; ongemeen; ongewoon; raar; schaars; stupide; uitheems; uitzonderlijk; uniek; verschillend; vreemd; vreemdsoortig; zelden; zeldzaam; zonderling; zot
peculiar apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling curieus; eigenaardig; vreemd
ridiculous dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd absurd; achterlijk; belachelijk; bespottelijk; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; maf; mesjogge; niet goed snik; onzinnig; ridicuul; stupide; zot
silly dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achterlijk; dwaas; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; smakeloos; stijlloos; stupide; zot
stupid dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd achtergebleven; achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; geschift; gestoord; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; lullig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zot
typical karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch illustratief; kenschetsend; tekenend; typerend
unusual apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling ongebruikelijk; uitzonderlijk; zeldzaam
weird dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
- echt; eigenaardig; gek; merkwaardig; raar; vreemd; wonderlijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bizarre apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling bizar; grotesk
freak apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
mixed up dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd door elkaar; dooreen; dooreengegooid; dooreengeworpen; doorelkaargegooid

Verwante woorden van "typisch":

  • typische

Synoniemen voor "typisch":


Antoniemen van "typisch":


Verwante definities voor "typisch":

  1. wat er precies bij past1
    • dat is weer typisch iets voor Herman1
  2. anders dan gewoon, speciaal1
    • onze poes doet zo typisch de laatste tijd1

Wiktionary: typisch

typisch
adjective
  1. vreemd, eigenaardig
  2. kenmerkend
typisch
adjective
  1. interestingly strange
  2. that is an exemplary or pungent instance of a class or type
  3. Capturing the overall sense of a thing

Cross Translation:
FromToVia
typisch curious; inquisitive; agog; interesting; quaint curieux — Qui a le désir d’apprendre, de voir des choses nouvelles, intéressantes, rares, etc.
typisch lucrative; moneymaking; profitable; curious; interesting; quaint intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt.
typisch typical; average; classic; representative représentatif — Qui représenter.
typisch singular; odd; peculiar; strange; curious; eccentric; weird; queer; interesting; quaint; extraordinary; exceptional; unusual; bizarre; formidable singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres.