Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. uitgezonderd:
  2. uitzonderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgezonderd (Nederlands) in het Engels

uitgezonderd:

uitgezonderd bijvoeglijk naamwoord

  1. uitgezonderd (tenzij)
    unless; except; excepting; barring
  2. uitgezonderd (behalve; met uitsluiting van; buiten)
    except; except for; with the exception of; outside of; excepting; exclusive of; to the exclusion of; but; save

Vertaal Matrix voor uitgezonderd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barring afhouden; beletten; weerhouden
excepting uitzonderen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
except buitensluiten; uitsluiten; uitzonderen
save behoeden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; besparen; bewaren; bezuinigen; bijeenzamelen; conserveren; geld besparen; in acht nemen; instandhouden; korten; matigen; minder gebruiken; ontzien; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opslaan; opzij leggen; redden; sparen; vergaren; verschonen; verzamelen; wegzetten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
but behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd doch; echter; maar; niettemin; nochtans
ConjunctionVerwante vertalingenAndere vertalingen
- behalve
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
but doch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barring tenzij; uitgezonderd behoudens
except behalve; buiten; met uitsluiting van; tenzij; uitgezonderd
except for behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd behoudens
excepting behalve; buiten; met uitsluiting van; tenzij; uitgezonderd
exclusive of behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd
outside of behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd
save behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd behoudens
to the exclusion of behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd
unless tenzij; uitgezonderd
with the exception of behalve; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd

Verwante woorden van "uitgezonderd":

  • uitgezonderde

Synoniemen voor "uitgezonderd":


Verwante definities voor "uitgezonderd":

  1. wat niet wordt meegerekend1
    • iedereen mag mee, uitgezonderd de twee oudsten1

Wiktionary: uitgezonderd

uitgezonderd
en-prep
  1. without

uitzonderen:

uitzonderen werkwoord (zonder uit, zondert uit, zonderde uit, zonderden uit, uitgezonderd)

  1. uitzonderen
    to except
    • except werkwoord (excepts, excepted, excepting)

Conjugations for uitzonderen:

o.t.t.
  1. zonder uit
  2. zondert uit
  3. zondert uit
  4. zonderen uit
  5. zonderen uit
  6. zonderen uit
o.v.t.
  1. zonderde uit
  2. zonderde uit
  3. zonderde uit
  4. zonderden uit
  5. zonderden uit
  6. zonderden uit
v.t.t.
  1. heb uitgezonderd
  2. hebt uitgezonderd
  3. heeft uitgezonderd
  4. hebben uitgezonderd
  5. hebben uitgezonderd
  6. hebben uitgezonderd
v.v.t.
  1. had uitgezonderd
  2. had uitgezonderd
  3. had uitgezonderd
  4. hadden uitgezonderd
  5. hadden uitgezonderd
  6. hadden uitgezonderd
o.t.t.t.
  1. zal uitzonderen
  2. zult uitzonderen
  3. zal uitzonderen
  4. zullen uitzonderen
  5. zullen uitzonderen
  6. zullen uitzonderen
o.v.t.t.
  1. zou uitzonderen
  2. zou uitzonderen
  3. zou uitzonderen
  4. zouden uitzonderen
  5. zouden uitzonderen
  6. zouden uitzonderen
en verder
  1. ben uitgezonderd
  2. bent uitgezonderd
  3. is uitgezonderd
  4. zijn uitgezonderd
  5. zijn uitgezonderd
  6. zijn uitgezonderd
diversen
  1. zonder uit!
  2. zondert uit!
  3. uitgezonderd
  4. uitzonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitzonderen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitzonderen
    the excepting

Vertaal Matrix voor uitzonderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excepting uitzonderen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
except uitzonderen buitensluiten; uitsluiten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
except behalve; buiten; met uitsluiting van; tenzij; uitgezonderd
excepting behalve; buiten; met uitsluiting van; tenzij; uitgezonderd

Wiktionary: uitzonderen

uitzonderen
verb
  1. buiten een bepaalde regel plaatsen
uitzonderen
verb
  1. to exclude

Cross Translation:
FromToVia
uitzonderen dispense; distribute; give out; exempt; excuse; administer dispenserexempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose.
uitzonderen except; exclude excepterdésigner une personne ou une chose comme n’étant pas comprendre dans un nombre, dans une règle ou dans une situation où il sembler qu’elle devoir l’être.
uitzonderen exempt; except; exclude exempterrendre exempt, affranchir de quelque chose.