Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vastentijd:
  2. Wiktionary:
    • vastentijd → Lent


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vastentijd (Nederlands) in het Engels

vastentijd:

vastentijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vastentijd
    the Lent
    – a period of 40 weekdays from Ash Wednesday to Holy Saturday 1
    • Lent [the ~] zelfstandig naamwoord
    the Ramadan
    • Ramadan [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vastentijd
    the Lenten season

Vertaal Matrix voor vastentijd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Lent vastentijd ramadan
Lenten season vastentijd
Ramadan vastentijd ramadan

Wiktionary: vastentijd

vastentijd
proper noun
  1. period of penitence for Christians before Easter