Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verslagen (Nederlands) in het Engels

verslagen:

verslagen bijvoeglijk naamwoord

  1. verslagen (overwonnen)
    defeated; beaten

Vertaal Matrix voor verslagen:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beaten overwonnen; verslagen geslagen
defeated overwonnen; verslagen

Verwante woorden van "verslagen":


Wiktionary: verslagen


Cross Translation:
FromToVia
verslagen stunned; dumbfounded; stupefied; aghast; taken aback; upset; dazed stupéfait — Que la surprise rendre comme interdit et immobile.

verslaan:

verslaan werkwoord (versla, verslaat, versloeg, versloegen, verslagen)

  1. verslaan (overwinnen; winnen; te boven komen)
    to conquer; to win; to overcome; to master; to win over
    • conquer werkwoord (conquers, conquered, conquering)
    • win werkwoord (wins, won, winning)
    • overcome werkwoord (overcomes, overcame, overcoming)
    • master werkwoord (masters, mastered, mastering)
    • win over werkwoord (wins over, won over, winning over)

Conjugations for verslaan:

o.t.t.
  1. versla
  2. verslaat
  3. verslaat
  4. verslaan
  5. verslaan
  6. verslaan
o.v.t.
  1. versloeg
  2. versloeg
  3. versloeg
  4. versloegen
  5. versloegen
  6. versloegen
v.t.t.
  1. heb verslagen
  2. hebt verslagen
  3. heeft verslagen
  4. hebben verslagen
  5. hebben verslagen
  6. hebben verslagen
v.v.t.
  1. had verslagen
  2. had verslagen
  3. had verslagen
  4. hadden verslagen
  5. hadden verslagen
  6. hadden verslagen
o.t.t.t.
  1. zal verslaan
  2. zult verslaan
  3. zal verslaan
  4. zullen verslaan
  5. zullen verslaan
  6. zullen verslaan
o.v.t.t.
  1. zou verslaan
  2. zou verslaan
  3. zou verslaan
  4. zouden verslaan
  5. zouden verslaan
  6. zouden verslaan
diversen
  1. versla!
  2. verslaat!
  3. verslagen
  4. verslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verslaan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
master baas; commandant; deken van een gilde; docent; gezagvoerder; gildenmeester; heer; heerser; instructeur; kampioen; kapitein; landsheer; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; maestro; magister; meerdere; meester; model; onderwijzer; patroon; pedant; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; schoolmeester; soeverein; superieur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conquer overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen veroveren
master overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren
overcome overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen onderkrijgen; overbluffen; overdonderen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van
win overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen behalen; lukken; verkrijgen; winnen
win over overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overcome bevangen

Wiktionary: verslaan

verslaan
verb
  1. een definitieve overwinning boeken op een tegenstander
verslaan
verb
  1. to give an account
  2. to overcome in battle or contest
  3. to defeat
  4. to beat
  5. to win against

Cross Translation:
FromToVia
verslaan assuage; appease; pacify; calm; quiet; allay; quieten; soothe; still apaiserramener au calme, à un état paisible.
verslaan report; give an account; refer; be related to rapporterapporter une chose, la remettre au lieu où elle était.
verslaan defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish; go beyond; cross; exceed; surpass; excel; outclass; outscore; outshine surmontermonter au-dessus.
verslaan defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish vaincreremporter la victoire sur ses ennemis, dans la guerre.