Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. versmallen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versmallen (Nederlands) in het Engels

versmallen:

versmallen werkwoord (versmal, versmalt, versmalde, versmalden, versmald)

  1. versmallen (vernauwen)
    to narrow
    • narrow werkwoord (narrows, narrowed, narrowing)

Conjugations for versmallen:

o.t.t.
  1. versmal
  2. versmalt
  3. versmalt
  4. versmallen
  5. versmallen
  6. versmallen
o.v.t.
  1. versmalde
  2. versmalde
  3. versmalde
  4. versmalden
  5. versmalden
  6. versmalden
v.t.t.
  1. heb versmald
  2. hebt versmald
  3. heeft versmald
  4. hebben versmald
  5. hebben versmald
  6. hebben versmald
v.v.t.
  1. had versmald
  2. had versmald
  3. had versmald
  4. hadden versmald
  5. hadden versmald
  6. hadden versmald
o.t.t.t.
  1. zal versmallen
  2. zult versmallen
  3. zal versmallen
  4. zullen versmallen
  5. zullen versmallen
  6. zullen versmallen
o.v.t.t.
  1. zou versmallen
  2. zou versmallen
  3. zou versmallen
  4. zouden versmallen
  5. zouden versmallen
  6. zouden versmallen
diversen
  1. versmal!
  2. versmalt!
  3. versmald
  4. versmallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor versmallen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
narrow engte; nauwte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
narrow vernauwen; versmallen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
narrow bekrompen; beperkt van geest; eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte

Wiktionary: versmallen

versmallen
verb
  1. To make thinner or narrower at one end.