Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vertwijfeld:
  2. vertwijfelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vertwijfeld (Nederlands) in het Engels

vertwijfeld:

vertwijfeld bijvoeglijk naamwoord

  1. vertwijfeld (ten einde raad; wanhopig; desperaat; radeloos)
    desperate

Vertaal Matrix voor vertwijfeld:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desperate desperaat; radeloos; ten einde raad; vertwijfeld; wanhopig hopeloos; kansloos; uitzichtloos; uitzichtsloos

Wiktionary: vertwijfeld

vertwijfeld

vertwijfelen:

vertwijfelen werkwoord (vertwijfel, vertwijfelt, vertwijfelde, vertwijfelden, vertwijfeld)

  1. vertwijfelen
    to despair
    • despair werkwoord (despairs, despaired, despairing)

Conjugations for vertwijfelen:

o.t.t.
  1. vertwijfel
  2. vertwijfelt
  3. vertwijfelt
  4. vertwijfelen
  5. vertwijfelen
  6. vertwijfelen
o.v.t.
  1. vertwijfelde
  2. vertwijfelde
  3. vertwijfelde
  4. vertwijfelden
  5. vertwijfelden
  6. vertwijfelden
v.t.t.
  1. ben vertwijfeld
  2. bent vertwijfeld
  3. is vertwijfeld
  4. zijn vertwijfeld
  5. zijn vertwijfeld
  6. zijn vertwijfeld
v.v.t.
  1. was vertwijfeld
  2. was vertwijfeld
  3. was vertwijfeld
  4. waren vertwijfeld
  5. waren vertwijfeld
  6. waren vertwijfeld
o.t.t.t.
  1. zal vertwijfelen
  2. zult vertwijfelen
  3. zal vertwijfelen
  4. zullen vertwijfelen
  5. zullen vertwijfelen
  6. zullen vertwijfelen
o.v.t.t.
  1. zou vertwijfelen
  2. zou vertwijfelen
  3. zou vertwijfelen
  4. zouden vertwijfelen
  5. zouden vertwijfelen
  6. zouden vertwijfelen
diversen
  1. vertwijfel!
  2. vertwijfelt!
  3. vertwijfeld
  4. vertwijfelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vertwijfelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
despair radeloosheid; vertwijfeling; wanhoop
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
despair vertwijfelen wanhopen

Wiktionary: vertwijfelen


Cross Translation:
FromToVia
vertwijfelen despair désespérerperdre l’espoir de quelque chose.