Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. volstaan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volstaan (Nederlands) in het Engels

volstaan:

volstaan werkwoord (volsta, volstaat, volstond, volstonden, volstaan)

  1. volstaan (voldoen)
    to suffice
    • suffice werkwoord (suffices, sufficed, sufficing)

Conjugations for volstaan:

o.t.t.
  1. volsta
  2. volstaat
  3. volstaat
  4. volstaan
  5. volstaan
  6. volstaan
o.v.t.
  1. volstond
  2. volstond
  3. volstond
  4. volstonden
  5. volstonden
  6. volstonden
v.t.t.
  1. heb volstaan
  2. hebt volstaan
  3. heeft volstaan
  4. hebben volstaan
  5. hebben volstaan
  6. hebben volstaan
v.v.t.
  1. had volstaan
  2. had volstaan
  3. had volstaan
  4. hadden volstaan
  5. hadden volstaan
  6. hadden volstaan
o.t.t.t.
  1. zal volstaan
  2. zult volstaan
  3. zal volstaan
  4. zullen volstaan
  5. zullen volstaan
  6. zullen volstaan
o.v.t.t.
  1. zou volstaan
  2. zou volstaan
  3. zou volstaan
  4. zouden volstaan
  5. zouden volstaan
  6. zouden volstaan
diversen
  1. volsta!
  2. volstaat!
  3. volstaan
  4. volstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor volstaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
suffice voldoen; volstaan genoeg zijn; tevreden stellen; toereikend zijn; vergenoegen

Wiktionary: volstaan

volstaan
verb
  1. be enough, sufficient, adequate

Cross Translation:
FromToVia
volstaan suffice suffire — Pouvoir satisfaire à quelque chose ou à un but donné.