Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. voortspruiten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortspruiten (Nederlands) in het Engels

voortspruiten:

voortspruiten werkwoord

  1. voortspruiten (spruiten)
    sprout from; to arise from; to descend from

Vertaal Matrix voor voortspruiten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arise from spruiten; voortspruiten ontspringen; ontspruiten; ontstaan uit; uitbotten; uitkomen; uitlopen; voortkomen uit
descend from spruiten; voortspruiten
sprout from spruiten; voortspruiten spruiten; uitschieten; uitschieten plantkunde

Wiktionary: voortspruiten


Cross Translation:
FromToVia
voortspruiten result; amount; adjoin; conduct; guide; lead; channel; wage; bring; drive; exit; go out; alight; emerge; leave; quit; accomplish; attain; get; reach; achieve; arrive at aboutirtoucher par un bout.
voortspruiten follow; result; amount résulter — S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc.