Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zoekmaken:
  2. zoek maken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoekmaken (Nederlands) in het Engels

zoekmaken:

zoekmaken werkwoord

  1. zoekmaken (wegmaken; zoek maken)
    to lose
    • lose werkwoord (loses, lost, losing)

Vertaal Matrix voor zoekmaken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lose wegmaken; zoek maken; zoekmaken erbij inschieten; kwijt raken; kwijtraken; missen; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; verloren gaan; vermissen; verspelen; wegraken

Wiktionary: zoekmaken

zoekmaken
verb
  1. zo behandelen dat iets niet meer terug te vinden is

zoek maken:

zoek maken werkwoord (maak zoek, maakt zoek, maakte zoek, maakten zoek, zoek gemaakt)

  1. zoek maken (zoekmaken; wegmaken)
    to lose
    • lose werkwoord (loses, lost, losing)

Conjugations for zoek maken:

o.t.t.
  1. maak zoek
  2. maakt zoek
  3. maakt zoek
  4. maken zoek
  5. maken zoek
  6. maken zoek
o.v.t.
  1. maakte zoek
  2. maakte zoek
  3. maakte zoek
  4. maakten zoek
  5. maakten zoek
  6. maakten zoek
v.t.t.
  1. heb zoek gemaakt
  2. hebt zoek gemaakt
  3. heeft zoek gemaakt
  4. hebben zoek gemaakt
  5. hebben zoek gemaakt
  6. hebben zoek gemaakt
v.v.t.
  1. had zoek gemaakt
  2. had zoek gemaakt
  3. had zoek gemaakt
  4. hadden zoek gemaakt
  5. hadden zoek gemaakt
  6. hadden zoek gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal zoek maken
  2. zult zoek maken
  3. zal zoek maken
  4. zullen zoek maken
  5. zullen zoek maken
  6. zullen zoek maken
o.v.t.t.
  1. zou zoek maken
  2. zou zoek maken
  3. zou zoek maken
  4. zouden zoek maken
  5. zouden zoek maken
  6. zouden zoek maken
diversen
  1. maak zoek!
  2. maakt zoek!
  3. zoek gemaakt
  4. zoek makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zoek maken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lose wegmaken; zoek maken; zoekmaken erbij inschieten; kwijt raken; kwijtraken; missen; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; verloren gaan; vermissen; verspelen; wegraken