Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aanhaling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanhaling (Nederlands) in het Engels

aanhaling:

aanhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanhaling (citaat; quote)
    the quote
    • quote [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de aanhaling (citaat)
    the citation; the quotation
  3. de aanhaling (liefkozing; streling; aanhalen)
    the caress; the cuddle; the fondling; the hug
    • caress [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cuddle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fondling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hug [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aanhaling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caress aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling aai; aaiing; aanhalen; gestreel; knuffel; liefkozing; streling; vleien
citation aanhaling; citaat daging; dagvaarding
cuddle aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling
fondling aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling
hug aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling knuffel; knuffelpartij; liefkozing; omarming; omhelzing
quotation aanhaling; citaat besturing; gedrag; houding; leiding; notering; offerte; plan; prijskaartje; prijsopgave; rijrichting
quote aanhaling; citaat; quote citaat; offerte; prijsopgave
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caress aaien; beminnen; de liefde bedrijven; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; strelen; vrijen
cuddle afpakken; aftroggelen; beminnen; bietsen; de liefde bedrijven; gappen; grissen; inpikken; knuffelen; kozen; liefkozen; minnekozen; minnen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; ontfutselen; pikken; vrijen
hug knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen
quote aanhalen; citeren

Verwante woorden van "aanhaling":


Wiktionary: aanhaling

aanhaling
noun
  1. een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt uit een bron

Cross Translation:
FromToVia
aanhaling confiscation; seizure; input; entry saisieprise de possession par une autorité public de meubles ou d’immeubles, dont la propriété revendiquer ou sur lesquels un créancier vouloir se faire payer.