Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgestorven (Nederlands) in het Engels

afgestorven:

afgestorven bijvoeglijk naamwoord

  1. afgestorven (overleden; doodgegaan; dood; heengegaan; gestorven)
    deceased; passed away; dead; expired; no more; gone
    late
    – having died recently 1
    • late bijvoeglijk naamwoord
      • her late husband1

Vertaal Matrix voor afgestorven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deceased dode; gestorvene; overledene
expired verlopen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deceased afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield; zaliger
expired afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
gone afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden foetsie; kwijt; verdwenen; weg
late ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
no more afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden niet meer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dead afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield
late afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden laat; vertraagd
passed away afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; overleden dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield

Verwante woorden van "afgestorven":

  • afgestorvene

afgestorven vorm van afsterven:

afsterven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afsterven (tenietgaan)
    the deceasing; the dying
    • deceasing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dying [the ~] zelfstandig naamwoord

afsterven werkwoord (sterf af, sterft af, stierf af, stierven af, afgestorven)

  1. afsterven (uitsterven; sterven; ophouden)
    to extinguish; to become extinct; to die out; to snuff; to die of fear; to pinch out; to peg out
    • extinguish werkwoord (extinguishes, extinguished, extinguishing)
    • become extinct werkwoord (becomes extinct, becoming extinct)
    • die out werkwoord (dies out, died out, dying out)
    • snuff werkwoord (snuffs, snuffed, snuffing)
    • die of fear werkwoord (dies of fear, died of fear, dying of fear)
    • pinch out werkwoord (pinches out, pinched out, pinching out)
    • peg out werkwoord (pegs out, pegged out, pegging out)

Conjugations for afsterven:

o.t.t.
  1. sterf af
  2. sterft af
  3. sterft af
  4. sterven af
  5. sterven af
  6. sterven af
o.v.t.
  1. stierf af
  2. stierf af
  3. stierf af
  4. stierven af
  5. stierven af
  6. stierven af
v.t.t.
  1. ben afgestorven
  2. bent afgestorven
  3. is afgestorven
  4. zijn afgestorven
  5. zijn afgestorven
  6. zijn afgestorven
v.v.t.
  1. was afgestorven
  2. was afgestorven
  3. was afgestorven
  4. waren afgestorven
  5. waren afgestorven
  6. waren afgestorven
o.t.t.t.
  1. zal afsterven
  2. zult afsterven
  3. zal afsterven
  4. zullen afsterven
  5. zullen afsterven
  6. zullen afsterven
o.v.t.t.
  1. zou afsterven
  2. zou afsterven
  3. zou afsterven
  4. zouden afsterven
  5. zouden afsterven
  6. zouden afsterven
diversen
  1. sterf af!
  2. sterft af!
  3. afgestorven
  4. afstervende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afsterven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deceasing afsterven; tenietgaan
dying afsterven; tenietgaan
snuff snuif; snuifje; snuiftabak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
become extinct afsterven; ophouden; sterven; uitsterven ophouden te bestaan; uitsterven
die of fear afsterven; ophouden; sterven; uitsterven besterven; besterven van angst
die out afsterven; ophouden; sterven; uitsterven ophouden te bestaan; uitsterven
extinguish afsterven; ophouden; sterven; uitsterven afzetten; blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
peg out afsterven; ophouden; sterven; uitsterven leegknijpen; uitdrukken; uitknijpen
pinch out afsterven; ophouden; sterven; uitsterven leegknijpen; uitdrukken; uitknijpen
snuff afsterven; ophouden; sterven; uitsterven
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dying overlijdend; stervend