Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afschotten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afschotten (Nederlands) in het Engels

afschotten:

afschotten werkwoord (schot af, schotte af, schotten af, afgeschot)

  1. afschotten (afschutten)
    to screen; to partition off
    • screen werkwoord (screens, screened, screening)
    • partition off werkwoord (partitions off, partitioned off, partitioning off)

Conjugations for afschotten:

o.t.t.
  1. schot af
  2. schot af
  3. schot af
  4. schotten af
  5. schotten af
  6. schotten af
o.v.t.
  1. schotte af
  2. schotte af
  3. schotte af
  4. schotten af
  5. schotten af
  6. schotten af
v.t.t.
  1. heb afgeschot
  2. hebt afgeschot
  3. heeft afgeschot
  4. hebben afgeschot
  5. hebben afgeschot
  6. hebben afgeschot
v.v.t.
  1. had afgeschot
  2. had afgeschot
  3. had afgeschot
  4. hadden afgeschot
  5. hadden afgeschot
  6. hadden afgeschot
o.t.t.t.
  1. zal afschotten
  2. zult afschotten
  3. zal afschotten
  4. zullen afschotten
  5. zullen afschotten
  6. zullen afschotten
o.v.t.t.
  1. zou afschotten
  2. zou afschotten
  3. zou afschotten
  4. zouden afschotten
  5. zouden afschotten
  6. zouden afschotten
diversen
  1. schot af!
  2. schot af!
  3. afgeschot
  4. afschottende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afschotten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afschotten (afschutten)
    the screening; the partitioning off

Vertaal Matrix voor afschotten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
partitioning off afschotten; afschutten
screen beeldscherm; kamerscherm; monitor; projectiescherm; raster; rastering; rasterwerk; rooster; scherm
screening afschotten; afschutten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
partition off afschotten; afschutten
screen afschotten; afschutten