Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aftelling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftelling (Nederlands) in het Engels

aftelling:

aftelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aftelling (aftelling voor lancering; aftellen)
    the count down; the counting; the count
    • count down [the ~] zelfstandig naamwoord
    • counting [the ~] zelfstandig naamwoord
    • count [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aftelling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
count aftellen; aftelling; aftelling voor lancering optelling; samentelling; som; tel; tellen; telling
count down aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
counting aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
count aftellen; geld afpassen; gelden; passen; tellen; van kracht zijn

Wiktionary: aftelling

aftelling
noun
  1. the acts of preparation carried out during this period
  2. a count backward to the time of some event
  3. a countdown

Verwante vertalingen van aftelling