Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aftroeven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftroeven (Nederlands) in het Engels

aftroeven:

aftroeven werkwoord (troef af, troeft af, troefde af, troefden af, afgetroefd)

  1. aftroeven (overtroeven)
    to trump; to outdo; to score off
    • trump werkwoord (trumps, trumped, trumping)
    • outdo werkwoord (outdoes, outdid, outdoing)
    • score off werkwoord (scores off, scored off, scoring off)

Conjugations for aftroeven:

o.t.t.
  1. troef af
  2. troeft af
  3. troeft af
  4. troeven af
  5. troeven af
  6. troeven af
o.v.t.
  1. troefde af
  2. troefde af
  3. troefde af
  4. troefden af
  5. troefden af
  6. troefden af
v.t.t.
  1. heb afgetroefd
  2. hebt afgetroefd
  3. heeft afgetroefd
  4. hebben afgetroefd
  5. hebben afgetroefd
  6. hebben afgetroefd
v.v.t.
  1. had afgetroefd
  2. had afgetroefd
  3. had afgetroefd
  4. hadden afgetroefd
  5. hadden afgetroefd
  6. hadden afgetroefd
o.t.t.t.
  1. zal aftroeven
  2. zult aftroeven
  3. zal aftroeven
  4. zullen aftroeven
  5. zullen aftroeven
  6. zullen aftroeven
o.v.t.t.
  1. zou aftroeven
  2. zou aftroeven
  3. zou aftroeven
  4. zouden aftroeven
  5. zouden aftroeven
  6. zouden aftroeven
diversen
  1. troef af!
  2. troeft af!
  3. afgetroefd
  4. aftroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftroeven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aftroeven (overtroeven)
    the outdoing
    • outdoing [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aftroeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
outdoing aftroeven; overtroeven
trump troef; troefkaart; troeven; trompet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
outdo aftroeven; overtroeven
score off aftroeven; overtroeven
trump aftroeven; overtroeven

Wiktionary: aftroeven

aftroeven
verb
  1. To beat up.
  2. To hit or strike heavily and repeatedly