Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afwennen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afwennen (Nederlands) in het Engels

afwennen:

afwennen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afwennen (afleren; ontwennen)
    the breaking off; the unlearning; the getting out of

Vertaal Matrix voor afwennen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breaking off afleren; afwennen; ontwennen afbouw; afbreking; relatie afbouw
getting out of afleren; afwennen; ontwennen
unlearning afleren; afwennen; ontwennen