Alias in het Engels vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

alias:
- so called; alias; known as; named; what they call; going by the name of; also known as; called
- pseudonym; alias; e-mail alias; shortcut
Wiktionary:
- alias → alias, also known as, otherwise known as
- alias → alias
- alias → AKA

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor alias (Nederlands) in het Engels

de alias (pseudoniem; schuilnaam)
the pseudonym; the alias
- pseudonym [the ~] zelfstandig naamwoord
- alias [the ~] zelfstandig naamwoord
de alias
the alias; the e-mail alias
– The portion of the e-mail address that appears to the left of the @ symbol. ¹
- alias [the ~] zelfstandig naamwoord
- e-mail alias [the ~] zelfstandig naamwoord
de alias
the alias
– An alternative label for some object, such as a file or data collection. ¹
- alias [the ~] zelfstandig naamwoord
de alias (snelkoppeling)
the alias; the shortcut
– A link to any item accessible on your computer or on a network, such as a program or application, file, folder, disk drive, printer, or another computer. You can put shortcuts in various areas, such as on the desktop, on the Start menu, or in specific folders. ¹
- alias [the ~] zelfstandig naamwoord
- shortcut [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alias	alias; pseudoniem; schuilnaam; snelkoppeling
e-mail alias	alias
pseudonym	alias; pseudoniem; schuilnaam
shortcut	alias; snelkoppeling
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alias	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde	geheten; genaamd
also known as	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
called	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde	aangeroepen; bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd; opgebeld; toegeroepen
going by the name of	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde	bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd; getiteld
known as	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde	bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd
named	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde	bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd
so called	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde
what they call	alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde

alias

adverb

anders gezegd, ook wel genaamd
- alias → alias; also known as; otherwise known as

noun

alias

en-prep