Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. appreciëren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor appreciëren (Nederlands) in het Engels

appreciëren:

appreciëren werkwoord (apprecieer, apprecieert, apprecieerde, apprecieerden, geapprecieerd)

  1. appreciëren (op prijs stellen; waarderen)

Conjugations for appreciëren:

o.t.t.
  1. apprecieer
  2. apprecieert
  3. apprecieert
  4. appreciëren
  5. appreciëren
  6. appreciëren
o.v.t.
  1. apprecieerde
  2. apprecieerde
  3. apprecieerde
  4. apprecieerden
  5. apprecieerden
  6. apprecieerden
v.t.t.
  1. heb geapprecieerd
  2. hebt geapprecieerd
  3. heeft geapprecieerd
  4. hebben geapprecieerd
  5. hebben geapprecieerd
  6. hebben geapprecieerd
v.v.t.
  1. had geapprecieerd
  2. had geapprecieerd
  3. had geapprecieerd
  4. hadden geapprecieerd
  5. hadden geapprecieerd
  6. hadden geapprecieerd
o.t.t.t.
  1. zal appreciëren
  2. zult appreciëren
  3. zal appreciëren
  4. zullen appreciëren
  5. zullen appreciëren
  6. zullen appreciëren
o.v.t.t.
  1. zou appreciëren
  2. zou appreciëren
  3. zou appreciëren
  4. zouden appreciëren
  5. zouden appreciëren
  6. zouden appreciëren
diversen
  1. apprecieer!
  2. apprecieert!
  3. geapprecieerd
  4. apprecierende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

appreciëren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. appreciëren
    the appreciating

Vertaal Matrix voor appreciëren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appreciating appreciëren waarderen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appreciate appreciëren; op prijs stellen; waarderen