Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aura:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aura (Nederlands) in het Engels

aura:

aura [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aura (lichtkrans)
    the aura; the halo
    • aura [the ~] zelfstandig naamwoord
    • halo [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aura aura; lichtkrans aureool; halo; heiligenschijn; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon
halo aura; lichtkrans aureool; halo; heiligenschijn; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon

Wiktionary: aura

aura
noun
  1. energieveld
  2. beginverschijnselen van een aanval
aura
noun
  1. metaphorical aura of glory, veneration or sentiment
  2. An invisible force surrounding a living creature.