Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. avonturen:
  2. avontuur:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor avonturen (Nederlands) in het Engels

avonturen:

avonturen werkwoord

  1. avonturen (durven; riskeren; wagen)
    to dare; dare to; adventure; to risk

avonturen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de avonturen (lotgevallen)
    the fortunes; the adventures
  2. de avonturen
    the adventures

Vertaal Matrix voor avonturen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventure avontuur; lotgeval
adventures avonturen; lotgevallen perikelen
dare durven; wagen
fortunes avonturen; lotgevallen
risk risico
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventure avonturen; durven; riskeren; wagen
dare avonturen; durven; riskeren; wagen
dare to avonturen; durven; riskeren; wagen
risk avonturen; durven; riskeren; wagen

Verwante woorden van "avonturen":


avonturen vorm van avontuur:

avontuur [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het avontuur
    the adventure

Vertaal Matrix voor avontuur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventure avontuur lotgeval
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventure avonturen; durven; riskeren; wagen

Verwante woorden van "avontuur":


Wiktionary: avontuur

avontuur
noun
  1. een onderneming waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat
avontuur
noun
  1. mercantile or speculative enterprise of hazard
  2. that which happens without design
  3. remarkable occurrence
  4. encountering of risks

Cross Translation:
FromToVia
avontuur adventure; affair aventure — Ce qui arriver d’inopiné, d’extraordinaire à quelqu’un.