Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bekabelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekabelen (Nederlands) in het Engels

bekabelen:

bekabelen werkwoord (bekabel, bekabelt, bekabelde, bekabelden, bekabeld)

  1. bekabelen
    to cable
    • cable werkwoord (cables, cabled, cabling)

Conjugations for bekabelen:

o.t.t.
  1. bekabel
  2. bekabelt
  3. bekabelt
  4. bekabelen
  5. bekabelen
  6. bekabelen
o.v.t.
  1. bekabelde
  2. bekabelde
  3. bekabelde
  4. bekabelden
  5. bekabelden
  6. bekabelden
v.t.t.
  1. heb bekabeld
  2. hebt bekabeld
  3. heeft bekabeld
  4. hebben bekabeld
  5. hebben bekabeld
  6. hebben bekabeld
v.v.t.
  1. had bekabeld
  2. had bekabeld
  3. had bekabeld
  4. hadden bekabeld
  5. hadden bekabeld
  6. hadden bekabeld
o.t.t.t.
  1. zal bekabelen
  2. zult bekabelen
  3. zal bekabelen
  4. zullen bekabelen
  5. zullen bekabelen
  6. zullen bekabelen
o.v.t.t.
  1. zou bekabelen
  2. zou bekabelen
  3. zou bekabelen
  4. zouden bekabelen
  5. zouden bekabelen
  6. zouden bekabelen
diversen
  1. bekabel!
  2. bekabelt!
  3. bekabeld
  4. bekabelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bekabelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cable beheer; bestuur; directie; elektrische geleiding; geleiding; kabel; kabelleiding; kabeltouw; leiding; scheepskabel; telegram
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cable bekabelen telegraferen

Wiktionary: bekabelen

bekabelen
verb
  1. van kabels voorzien
bekabelen
verb
  1. provide with cable(s)