Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bemoedigen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bemoedigen (Nederlands) in het Engels

bemoedigen:

bemoedigen werkwoord (bemoedig, bemoedigt, bemoedigde, bemoedigden, bemoedigd)

  1. bemoedigen (opbeuren)
    to console; to solace; to comfort
    • console werkwoord (consoles, consoled, consoling)
    • solace werkwoord (solaces, solaced, solacing)
    • comfort werkwoord (comforts, comforted, comforting)
    to cheer up
    – cause (somebody) to feel happier or more cheerful 1
    • cheer up werkwoord (cheers up, cheered up, cheering up)
      • She tried to cheer up the disappointed child when he failed to win the spelling bee1
  2. bemoedigen (troosten; ondersteunen; vertroosten; opbeuren)
    to comfort
    • comfort werkwoord (comforts, comforted, comforting)
  3. bemoedigen (aanmoedigen; aanvuren; toemoedigen; stimuleren)
    to encourage
    • encourage werkwoord (encourages, encouraged, encouraging)

Conjugations for bemoedigen:

o.t.t.
  1. bemoedig
  2. bemoedigt
  3. bemoedigt
  4. bemoedigen
  5. bemoedigen
  6. bemoedigen
o.v.t.
  1. bemoedigde
  2. bemoedigde
  3. bemoedigde
  4. bemoedigden
  5. bemoedigden
  6. bemoedigden
v.t.t.
  1. heb bemoedigd
  2. hebt bemoedigd
  3. heeft bemoedigd
  4. hebben bemoedigd
  5. hebben bemoedigd
  6. hebben bemoedigd
v.v.t.
  1. had bemoedigd
  2. had bemoedigd
  3. had bemoedigd
  4. hadden bemoedigd
  5. hadden bemoedigd
  6. hadden bemoedigd
o.t.t.t.
  1. zal bemoedigen
  2. zult bemoedigen
  3. zal bemoedigen
  4. zullen bemoedigen
  5. zullen bemoedigen
  6. zullen bemoedigen
o.v.t.t.
  1. zou bemoedigen
  2. zou bemoedigen
  3. zou bemoedigen
  4. zouden bemoedigen
  5. zouden bemoedigen
  6. zouden bemoedigen
diversen
  1. bemoedig!
  2. bemoedigt!
  3. bemoedigd
  4. bemoedigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bemoedigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comfort behaaglijkheid; bemoediging; comfort; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; opmontering; soelaas; troost; troosting; vertroosting
console console; regeltafel; spelcomputer
solace soelaas; solaas; troost; troosting; vertroosting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheer up bemoedigen; opbeuren blij maken; fleurig maken; opfleuren; opkikkeren; opknappen; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden
comfort bemoedigen; ondersteunen; opbeuren; troosten; vertroosten blij maken; opfleuren; opmonteren; verkwikken; vrolijker worden
console bemoedigen; opbeuren
encourage aanmoedigen; aanvuren; bemoedigen; stimuleren; toemoedigen aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; activeren; animeren; bezielen; iemand motiveren; motiveren; opjutten; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; stimuleren; toejuichen
solace bemoedigen; opbeuren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheer up komaan

Wiktionary: bemoedigen

bemoedigen
verb
  1. iemand een positievere kijk op de kansen geven
bemoedigen
verb
  1. mentally support or motivate

Cross Translation:
FromToVia
bemoedigen comfort; encourage; hearten réconforterrelever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral.