Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bewaken (Nederlands) in het Engels

bewaken:

bewaken werkwoord (bewaak, bewaakt, bewaakte, bewaakten, bewaakt)

  1. bewaken (toezicht houden; surveilleren; toezien)
    to supervise; to monitor; keep and eye on; to patrol; to watch
    • supervise werkwoord (supervises, supervised, supervising)
    • monitor werkwoord (monitors, monitored, monitoring)
    • keep and eye on werkwoord
    • patrol werkwoord (patrols, patrolled, patrolling)
    • watch werkwoord (watches, watched, watching)
  2. bewaken (toezien op)
    to guard; to watch over; to monitor
    • guard werkwoord (guards, guarded, guarding)
    • watch over werkwoord (watches over, watched over, watching over)
    • monitor werkwoord (monitors, monitored, monitoring)
  3. bewaken (van alarminstallatie voorzien; beschermen; beveiligen)

Conjugations for bewaken:

o.t.t.
  1. bewaak
  2. bewaakt
  3. bewaakt
  4. bewaken
  5. bewaken
  6. bewaken
o.v.t.
  1. bewaakte
  2. bewaakte
  3. bewaakte
  4. bewaakten
  5. bewaakten
  6. bewaakten
v.t.t.
  1. heb bewaakt
  2. hebt bewaakt
  3. heeft bewaakt
  4. hebben bewaakt
  5. hebben bewaakt
  6. hebben bewaakt
v.v.t.
  1. had bewaakt
  2. had bewaakt
  3. had bewaakt
  4. hadden bewaakt
  5. hadden bewaakt
  6. hadden bewaakt
o.t.t.t.
  1. zal bewaken
  2. zult bewaken
  3. zal bewaken
  4. zullen bewaken
  5. zullen bewaken
  6. zullen bewaken
o.v.t.t.
  1. zou bewaken
  2. zou bewaken
  3. zou bewaken
  4. zouden bewaken
  5. zouden bewaken
  6. zouden bewaken
diversen
  1. bewaak!
  2. bewaakt!
  3. bewaakt
  4. bewakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bewaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guard baanschuiver; begeleiding; beveiliging; bewaker; cipier; deurwachter; die wakker is; escorte; garde; gevangenbewaarder; op wacht staan; persoon die op wacht staat; portier; schildwacht; suppoost; vergezellen; wacht; wachter; waker; wakker; wakker persoon
monitor monitor
patrol afzoeken; patrouille; patrouilleren; persoon die op wacht staat; wachter
watch bewaking; controle; hoede; horloge; op wacht staan; surveillance
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guard bewaken; toezien op behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; hoeden; hoeden voor; in bescherming nemen; opletten; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren; waken; waken over
keep and eye on bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien
monitor bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien; toezien op toekijken
patrol bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien patrouilleren; waken; wakker blijven
protect with a security system beschermen; beveiligen; bewaken; van alarminstallatie voorzien
supervise bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien
watch bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien aanblikken; aandacht erbij houden; aankijken; aanzien; begluren; bekijken; bezichtigen; blikken; blikken werpen; gadeslaan; gluren; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; kijken; observeren; opletten; oppassen; patrouilleren; schouwen; toekijken; toeschouwen; toezien; uitkijken; volgen; voorzichtig zijn; waarnemen; waken; wakker blijven; zien
watch over bewaken; toezien op beschermen; beschutten; in bescherming nemen; verdedigen

Verwante definities voor "bewaken":

  1. goed op iemand of iets passen1
    • de politie bewaakt het paleis van de koningin1

Wiktionary: bewaken

bewaken
verb
  1. toezicht houden op de veiligheid van iets of iemand
bewaken
verb
  1. To protect from some offence
  1. to guard and protect

Cross Translation:
FromToVia
bewaken protect; cover; back; guard; keep; look after; watch over; preserve; safeguard; watch protégerprendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.