Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. dadel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dadel (Nederlands) in het Engels

dadel:

dadel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dadel
    the date
    • date [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dadel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
date dadel afgesproken ontmoeting; afspraak; dagtekening; datum; jaartal; liaison; tijdstip
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
date dagtekenen; dateren; omgaan met; verkeren

Verwante woorden van "dadel":

  • dadels, dadeltje, dadeltjes

Wiktionary: dadel

dadel
noun
  1. een vrucht van de dadelpalm
dadel
noun
  1. fruit of the date palm

Cross Translation:
FromToVia
dadel date Dattel — süße Frucht der Dattelpalme (Phoenix dactylifera)
dadel date dattefruit comestible du palmier-dattier (Phoenix dactylifera), oblong, de quatre à six centimètres de long, contenant un noyau allongé, marqué d’un sillon longitudinal.