Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. daken:
  2. dak:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor daken (Nederlands) in het Engels

daken:

daken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de daken (huisbedekkingen)
    the roofs
    • roofs [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor daken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roofs daken; huisbedekkingen overdekkingen; overkappingen

Verwante woorden van "daken":


daken vorm van dak:

dak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dak (overkapping; overdekking; afdekkap; koepel; kap)
    the roof; the covering; the cover; the cover up roof; the roofing over; the top
    • roof [the ~] zelfstandig naamwoord
    • covering [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cover [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cover up roof [the ~] zelfstandig naamwoord
    • roofing over [the ~] zelfstandig naamwoord
    • top [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cover afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
cover up roof afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping huif
covering afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping aanplant; bedekken; bedekking; begroeiing; beschutsel; beschutting; beslaan; dek; dekking; gewas; overdekking
roof afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping
roofing over afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping
top afdekkap; dak; kap; koepel; overdekking; overkapping bergtop; climax; dop; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; huif; kruin; piek; sluitdop; summum; top; toppunt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cover afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; kaften; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen
roof van een dak voorzien
top afknotten; hoger bieden; knotten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top bovenste
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
covering overdekkend; overkoepelend

Verwante woorden van "dak":


Verwante definities voor "dak":

  1. wat een huis of auto bedekt1
    • er zit een vogel op het dak1

Wiktionary: dak

dak
noun
  1. het deel dat een gebouw aan de bovenkant bedekt en bescherming biedt tegen het weer
dak
noun
  1. the cover at the top of a building
  2. the upper part of a cavity

Cross Translation:
FromToVia
dak roof Dach — Abdeckung eines Hauses, eines Fahrzeugs oder eines Zeltes
dak roof toit — Couverture d’un immeuble (1):

Verwante vertalingen van daken