Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dalen (Nederlands) in het Engels

dalen:

dalen werkwoord (daal, daalt, daalde, daalden, gedaald)

  1. dalen
    to descend
    • descend werkwoord (descends, descended, descending)
  2. dalen (minder worden; declineren; afnemen; )
    to decrease; to decline; to shrink; to remove; to dwindle; wain; to take away; to go thieving; be shortcoming
    • decrease werkwoord (decreases, decreased, decreasing)
    • decline werkwoord (declines, declined, declining)
    • shrink werkwoord (shrinks, shrank, shrinking)
    • remove werkwoord (removes, removed, removing)
    • dwindle werkwoord (dwindles, dwindled, dwindling)
    • wain werkwoord
    • take away werkwoord (takes away, took away, taking away)
    • go thieving werkwoord (goes thieving, went thieving, going thieving)
    • be shortcoming werkwoord

Conjugations for dalen:

o.t.t.
  1. daal
  2. daalt
  3. daalt
  4. dalen
  5. dalen
  6. dalen
o.v.t.
  1. daalde
  2. daalde
  3. daalde
  4. daalden
  5. daalden
  6. daalden
v.t.t.
  1. ben gedaald
  2. bent gedaald
  3. is gedaald
  4. zijn gedaald
  5. zijn gedaald
  6. zijn gedaald
v.v.t.
  1. was gedaald
  2. was gedaald
  3. was gedaald
  4. waren gedaald
  5. waren gedaald
  6. waren gedaald
o.t.t.t.
  1. zal dalen
  2. zult dalen
  3. zal dalen
  4. zullen dalen
  5. zullen dalen
  6. zullen dalen
o.v.t.t.
  1. zou dalen
  2. zou dalen
  3. zou dalen
  4. zouden dalen
  5. zouden dalen
  6. zouden dalen
diversen
  1. daal!
  2. daalt!
  3. gedaald
  4. dalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dalen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dalen (valleien)
    the valleys
    • valleys [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dalen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decline achteruitgang; afname; daling; decadentie; grondverzakking; inzinking; minder worden; terugloop; val; verwording
decrease afname; afname voorraad; afnames; afzwakking; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; daling; inkrimping; korten; kostenbesparing; krimpen; minder worden; minderen; reductie; teruggang; terugloop; val; verkorting; vermindering; vervallingen
remove afnemen; afstoffen; afwissen
shrink psychiater
valleys dalen; valleien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be shortcoming afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen
decline afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteruitgaan; afkeuren; afnemen; afstemmen; afwijzen; bezwijken; declineren; instorten; minder worden; tenondergaan; teruggaan; verbuigen; vergaan; verrotten; verteren; vervoegen; verwerpen; wegrotten; weigeren; zinken
decrease afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen
descend dalen afdalen; landen; naar beneden dalen; naar beneden gaan; naar beneden komen; naar beneden lopen; neer laten zakken; neerdalen; neerkomen; omlaaggaan; omlaagkomen
dwindle afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen afnemen; beperken; ineenkrimpen; ineenschrompelen; inkrimpen; inperken; kleiner worden; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; schrompelen; slinken; tanen; verkorten; verlagen; verminderen
go thieving afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
remove afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen aanrekenen; aanwrijven; afdoen; afhandelen; afnemen; afscheiden; afstoffen; afvoeren; afzonderen; beslechten; demonteren; disloqueren; ecarteren; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lichten; lozen; ontmantelen; onttakelen; ontzetten; reinigen; roeren; schoonmaken; schoonpoetsen; stoffen; twist uit de weg ruimen; uit de macht ontzetten; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; verhuizen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; vervreemden; verwijderen; verzetten; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegleiden; wegnemen; wegvoeren; wegwerken; zuiveren
shrink afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteruitdeinzen; achteruitgaan; afnemen; afnemend; ineenkrimpen; ineenschrompelen; inkrimpen; kleiner maken; kleiner worden; krimpen; minder worden; schrompelen; slinken; slinkend; tanend; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken; verkleinen; verminderen
take away afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteroverdrukken; afhalen; afnemen; afvoeren; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; meedragen; meenemen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; ophalen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegdragen; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren
wain afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen
- zakken

Verwante woorden van "dalen":


Synoniemen voor "dalen":


Antoniemen van "dalen":


Verwante definities voor "dalen":

  1. een kleinere waarde krijgen1
    • de prijzen zijn gedaald1
  2. omlaag gaan1
    • het vliegtuig daalt langzaam1

Wiktionary: dalen

dalen
verb
  1. naar beneden gaan
dalen
verb
  1. to decrease in value
  2. to tend downward; to become lower; to descend; to sink

Cross Translation:
FromToVia
dalen land; alight; beach; touch down atterrir — Arriver au voisinage de la terre (Sens général)

dalen vorm van dal:

dal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dal (vallei)
    the dell; the valley; the dale; the glen; the vale; the mountain valley
    • dell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valley [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • glen [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vale [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mountain valley [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het dal (bergdal)
    the valley; the mountain valley

Vertaal Matrix voor dal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dale dal; vallei
dell dal; vallei
glen dal; vallei laagte
mountain valley bergdal; dal; vallei
vale dal; vallei
valley bergdal; dal; vallei del; duinpan; duinvallei

Verwante woorden van "dal":


Synoniemen voor "dal":


Antoniemen van "dal":


Verwante definities voor "dal":

  1. laag gebied tussen bergen of heuvels1
    • van de top van de berg keken we in het dal1

Wiktionary: dal

dal
noun
  1. A secluded and narrow valley
  2. valley
  3. elongated depression between hills or mountains

Verwante vertalingen van dalen