Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. desintegreren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor desintegreren (Nederlands) in het Engels

desintegreren:

desintegreren werkwoord

  1. desintegreren (uiteenvallen; uit elkaar vallen)
    to disintegrate; to collapse; to fall apart; to break up; to fall to pieces; to crumble; to fall to bits
    • disintegrate werkwoord (disintegrates, disintegrated, disintegrating)
    • collapse werkwoord (collapses, collapsed, collapsing)
    • fall apart werkwoord (falls apart, fell apart, falling apart)
    • break up werkwoord (breaks up, broke up, breaking up)
    • fall to pieces werkwoord (falls to pieces, fell to pieces, falling to pieces)
    • crumble werkwoord (crumbles, crumbled, crumbling)
    • fall to bits werkwoord (falls to bits, fell to bits, falling to bits)

Vertaal Matrix voor desintegreren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collapse achteruitgang; afleggen; bezwijken; debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; inzakking; inzinking; neervallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
break up desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen afbreken; breken; gaan; heengaan; in elkaar storten; losrukken; losscheuren; lostrekken; neerhalen; omgraven; omploegen; omspitten; omverhalen; omwerken; opbreken; opdoeken; opheffen; opstappen; ploegen; scheiden; slopen; spitten; ten gronde gaan; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteengaan; uiteenstuiven; uiteenvliegen; uitmaken; van elkaar gaan; vertrekken; wegbreken; weggaan
collapse desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen afleggen; bezwijken; het onderspit delven; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; samenvouwen; sterk afnemen; ten gronde gaan; tenondergaan; teruglopen; vallen; verzakken
crumble desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen brokkelen; in elkaar storten; kruimelen; ten gronde gaan; verbrokkelen; vergaan; verkommeren; verkruimelen; vervallen
disintegrate desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
fall apart desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
fall to bits desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen
fall to pieces desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen in elkaar storten; kapotgaan; onklaar raken; stukgaan; ten gronde gaan; vergaan; verkommeren; vervallen

Wiktionary: desintegreren

desintegreren
verb
  1. break up into one's parts
  2. cause to break into parts