Nederlands
Uitgebreide vertaling voor een conferentie houden (Nederlands) in het Engels
een conferentie houden:
een conferentie houden werkwoord (houd een conferentie, houdt een conferentie, hield een conferentie, hielden een conferentie, een conferentie gehouden)
-
een conferentie houden (confereren)
Conjugations for een conferentie houden:
o.t.t.
- houd een conferentie
- houdt een conferentie
- houdt een conferentie
- houden een conferentie
- houden een conferentie
- houden een conferentie
o.v.t.
- hield een conferentie
- hield een conferentie
- hield een conferentie
- hielden een conferentie
- hielden een conferentie
- hielden een conferentie
v.t.t.
- heb een conferentie gehouden
- hebt een conferentie gehouden
- heeft een conferentie gehouden
- hebben een conferentie gehouden
- hebben een conferentie gehouden
- hebben een conferentie gehouden
v.v.t.
- had een conferentie gehouden
- had een conferentie gehouden
- had een conferentie gehouden
- hadden een conferentie gehouden
- hadden een conferentie gehouden
- hadden een conferentie gehouden
o.t.t.t.
- zal een conferentie houden
- zult een conferentie houden
- zal een conferentie houden
- zullen een conferentie houden
- zullen een conferentie houden
- zullen een conferentie houden
o.v.t.t.
- zou een conferentie houden
- zou een conferentie houden
- zou een conferentie houden
- zouden een conferentie houden
- zouden een conferentie houden
- zouden een conferentie houden
diversen
- houd een conferentie!
- houdt een conferentie!
- een conferentie gehouden
- een conferentie houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor een conferentie houden:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| have a conference | confereren; een conferentie houden | beraadslagen; in bespreking zijn; overleggen; overwegen; vergaderen |
| hold session | confereren; een conferentie houden | beraadslagen; in bespreking zijn; overleggen; overwegen; vergaderen |
| meet | confereren; een conferentie houden | aantreffen; beraadslagen; bijeenkomen; elkaar ontmoeten; in vergadering bijeenzijn; kennis maken met; kennismaken; ontmoeten; overleggen; overwegen; samenkomen; tegenkomen; treffen; vinden |