Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. eruit gooien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eruit gooien (Nederlands) in het Engels

eruit gooien:

eruit gooien werkwoord (gooi eruit, gooit eruit, gooide eruit, gooiden eruit, eruit gegooid)

  1. eruit gooien (van zijn positie verdrijven; afdanken; afvloeien; congé geven; aan de dijk zetten)
    to discharge; to dismiss; to fire; to lay off; to cast out; to throw out; to sack; to be discharged
    • discharge werkwoord (discharges, discharged, discharging)
    • dismiss werkwoord (dismisss, dismissed, dismissing)
    • fire werkwoord (fires, fired, firing)
    • lay off werkwoord (lays off, laid off, laying off)
    • cast out werkwoord (casts out, casted out, casting out)
    • throw out werkwoord (throws out, threw out, throwing out)
    • sack werkwoord (sacks, sacked, sacking)
    • be discharged werkwoord (is discharged, being discharged)

Conjugations for eruit gooien:

o.t.t.
  1. gooi eruit
  2. gooit eruit
  3. gooit eruit
  4. gooien eruit
  5. gooien eruit
  6. gooien eruit
o.v.t.
  1. gooide eruit
  2. gooide eruit
  3. gooide eruit
  4. gooiden eruit
  5. gooiden eruit
  6. gooiden eruit
v.t.t.
  1. heb eruit gegooid
  2. hebt eruit gegooid
  3. heeft eruit gegooid
  4. hebben eruit gegooid
  5. hebben eruit gegooid
  6. hebben eruit gegooid
v.v.t.
  1. had eruit gegooid
  2. had eruit gegooid
  3. had eruit gegooid
  4. hadden eruit gegooid
  5. hadden eruit gegooid
  6. hadden eruit gegooid
o.t.t.t.
  1. zal eruit gooien
  2. zult eruit gooien
  3. zal eruit gooien
  4. zullen eruit gooien
  5. zullen eruit gooien
  6. zullen eruit gooien
o.v.t.t.
  1. zou eruit gooien
  2. zou eruit gooien
  3. zou eruit gooien
  4. zouden eruit gooien
  5. zouden eruit gooien
  6. zouden eruit gooien
en verder
  1. ben eruit gegooid
  2. bent eruit gegooid
  3. is eruit gegooid
  4. zijn eruit gegooid
  5. zijn eruit gegooid
  6. zijn eruit gegooid
diversen
  1. gooi eruit!
  2. gooit eruit!
  3. eruit gegooid
  4. eruit gooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor eruit gooien:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discharge afdanken; afschaffen; afvoer; afwatering; decharge; emissie; kwijting; loslating; lossing; lozing; ontlading; ontslaan; ontslaan van werknemers; ontslag; plotselinge uitbarsting; uit de dienst ontslaan; uitlading; uitstoot; vrijlating; waterafvoer
fire brand; fik; gloed; haardvuur; hartstocht; hartstochtelijkheid; kachel; kacheltje; kleine kachel; overgave; passie; schieten; verwarming; vuren; vurigheid; vuur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be discharged aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven
cast out aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven uitgooien; uitwerpen
discharge aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afladen; afscheiden; afvoeren; dwingen ontslag te nemen; iets uitladen; kwijten; lossen; lozen; ontheffen; ontladen; ontslaan; pasporteren; uitscheiden; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; verzenden; wegsturen; wegzenden
dismiss aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afzien van rechtsvervolging; dwingen ontslag te nemen; ontheffen; ontslaan; seponeren; uitsturen; van zich afzetten; verwijderen; verzenden; wegsturen; wegzenden
fire aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven aanmoedigen; aanvuren; afbranden; afschieten; afvuren; bezielen; leegbranden; ontheffen; ontslaan; platbranden; schieten; schoten lossen; toejuichen; uitbranden; uitsturen; verzenden; vuren; wegsturen; wegzenden
lay off aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afhouden; afkeren; afwenden; ontheffen; ontslaan; terughouden; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
sack aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven ontheffen; ontslaan; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
throw out aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven uitgooien; uitwerpen; weggooien; wegsmijten

Verwante vertalingen van eruit gooien