Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ervanaf houden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ervanaf houden (Nederlands) in het Engels

ervanaf houden:

ervanaf houden werkwoord

  1. ervanaf houden (weerhouden; beletten; afhouden)
    to restrain; to dissuade; to hold back; to obstruct; to discourage; to stop
    • restrain werkwoord (restrains, restrained, restraining)
    • dissuade werkwoord (dissuades, dissuaded, dissuading)
    • hold back werkwoord (holds back, held back, holding back)
    • obstruct werkwoord (obstructs, obstructed, obstructing)
    • discourage werkwoord (discourages, discouraged, discouraging)
    • stop werkwoord (stops, stopped, stopping)
    to prevent
    – stop (someone or something) from doing something or being in a certain state 1
    • prevent werkwoord (prevents, prevented, preventing)
      • We must prevent the cancer from spreading1

Vertaal Matrix voor ervanaf houden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stop halt; halte; halteplaats; oponthoud; stopplaats; vertraging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discourage afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden moedeloos maken; ontmoedigen
dissuade afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden
hold back afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden
obstruct afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afbreken; barricaderen; belemmeren; beletten; blokkeren; doen mislukken; doen ophouden; een stokje steken voor; obstructie plegen; onderbreken; stremmen; verhinderen; verijdelen; versperren; voorkomen; voorkómen
prevent afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afhouden; belemmeren; beletten; dwarsbomen; dwarsliggen; tegenwerken; verhinderen; voorkomen; voorkómen; weren
restrain afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden achterhouden; bedwingen; beheersen; beteugelen; dempen; geen afstand doen van; houden; in bedwang houden; inhouden; intomen; matigen; temperen; zich matigen
stop afhouden; beletten; ervanaf houden; weerhouden afremmen; afzetten; beslissen; besluiten; blijven staan; blijven steken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; ermee uitscheiden; gaten stoppen; halt houden; halthouden; haperen; inhouden; opgeven; ophouden; remmen; staken; stelpen; stilhouden; stillen; stilstaan; stilzetten; stokken; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; temporiseren; tot staan brengen; tot stilstand brengen; uitscheiden; vastlopen; vertragen

Verwante vertalingen van ervanaf houden