Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fatsoeneren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fatsoeneren (Nederlands) in het Engels

fatsoeneren:

fatsoeneren werkwoord (fatsoeneer, fatsoeneert, fatsoeneerde, fatsoeneerden, gefatsoeneerd)

  1. fatsoeneren
    make decent; to freshen up; to shape; to model
    • make decent werkwoord
    • freshen up werkwoord (freshens up, freshened up, freshening up)
    • shape werkwoord (shapes, shaped, shaping)
    • model werkwoord (models, modelled, modelling)

Conjugations for fatsoeneren:

o.t.t.
  1. fatsoeneer
  2. fatsoeneert
  3. fatsoeneert
  4. fatsoeneren
  5. fatsoeneren
  6. fatsoeneren
o.v.t.
  1. fatsoeneerde
  2. fatsoeneerde
  3. fatsoeneerde
  4. fatsoeneerden
  5. fatsoeneerden
  6. fatsoeneerden
v.t.t.
  1. heb gefatsoeneerd
  2. hebt gefatsoeneerd
  3. heeft gefatsoeneerd
  4. hebben gefatsoeneerd
  5. hebben gefatsoeneerd
  6. hebben gefatsoeneerd
v.v.t.
  1. had gefatsoeneerd
  2. had gefatsoeneerd
  3. had gefatsoeneerd
  4. hadden gefatsoeneerd
  5. hadden gefatsoeneerd
  6. hadden gefatsoeneerd
o.t.t.t.
  1. zal fatsoeneren
  2. zult fatsoeneren
  3. zal fatsoeneren
  4. zullen fatsoeneren
  5. zullen fatsoeneren
  6. zullen fatsoeneren
o.v.t.t.
  1. zou fatsoeneren
  2. zou fatsoeneren
  3. zou fatsoeneren
  4. zouden fatsoeneren
  5. zouden fatsoeneren
  6. zouden fatsoeneren
en verder
  1. ben gefatsoeneerd
  2. bent gefatsoeneerd
  3. is gefatsoeneerd
  4. zijn gefatsoeneerd
  5. zijn gefatsoeneerd
  6. zijn gefatsoeneerd
diversen
  1. fatsoeneer!
  2. fatsoeneert!
  3. gefatsoeneerd
  4. fatsoenerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fatsoeneren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
model fotomodel; gietvorm; mal; mannequin; maquette; matrijs; model; modelvorm; monster; proefje; proeve; prototype; sjablone; sjabloon; specimen; staal; staaltje; vorm
shape conditie; figuur; gedaante; gestalte; gietvorm; in vorm zijn; lichaamslijn; lichaamspostuur; mal; matrijs; modelvorm; postuur; shape; silhouet; verschijning; vorm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
freshen up fatsoeneren frisser worden; opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
make decent fatsoeneren
model fatsoeneren boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
shape fatsoeneren boetseren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vorm geven; vormen; vormgeven
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
model modelmatig; voorbeeldig