Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fuseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fuseren (Nederlands) in het Engels

fuseren:

fuseren werkwoord (fuseer, fuseert, fuseerde, fuseerden, gefuseerd)

  1. fuseren (samengaan; een fusie aangaan)
    to merge; conform; to fuse; to go together; go with; to follow; to fuze
    • merge werkwoord (merges, merge, merging)
    • conform werkwoord
    • fuse werkwoord, Brits (fuses, fused, fusing)
    • go together werkwoord (goes together, went together, going together)
    • go with werkwoord
    • follow werkwoord (follows, followed, following)
    • fuze werkwoord, Amerikaans
  2. fuseren (samensmelten; versmelten; ineensmelten)
    to merge; to fuse; to melt together; to fuze
    • merge werkwoord (merges, merge, merging)
    • fuse werkwoord, Brits (fuses, fused, fusing)
    • melt together werkwoord (melts together, melted together, melting together)
    • fuze werkwoord, Amerikaans

Conjugations for fuseren:

o.t.t.
  1. fuseer
  2. fuseert
  3. fuseert
  4. fuseren
  5. fuseren
  6. fuseren
o.v.t.
  1. fuseerde
  2. fuseerde
  3. fuseerde
  4. fuseerden
  5. fuseerden
  6. fuseerden
v.t.t.
  1. ben gefuseerd
  2. bent gefuseerd
  3. is gefuseerd
  4. zijn gefuseerd
  5. zijn gefuseerd
  6. zijn gefuseerd
v.v.t.
  1. was gefuseerd
  2. was gefuseerd
  3. was gefuseerd
  4. waren gefuseerd
  5. waren gefuseerd
  6. waren gefuseerd
o.t.t.t.
  1. zal fuseren
  2. zult fuseren
  3. zal fuseren
  4. zullen fuseren
  5. zullen fuseren
  6. zullen fuseren
o.v.t.t.
  1. zou fuseren
  2. zou fuseren
  3. zou fuseren
  4. zouden fuseren
  5. zouden fuseren
  6. zouden fuseren
diversen
  1. fuseer!
  2. fuseert!
  3. gefuseerd
  4. fuserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fuseren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuse lont; ontbranden; ontsteking; ontvlammen; stop; zekering
fuze lont; ontbranden; ontsteking; ontvlammen; stop; zekering
merge fusie; samensmelting; samenvoegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conform een fusie aangaan; fuseren; samengaan
follow een fusie aangaan; fuseren; samengaan achternagaan; achternalopen; komen na; nakomen; nalopen; navolgen; opvolgen; volgen
fuse een fusie aangaan; fuseren; ineensmelten; samengaan; samensmelten; versmelten door hitte vloeibaar worden; omsmelten; samenvloeien; smelten
fuze een fusie aangaan; fuseren; ineensmelten; samengaan; samensmelten; versmelten door hitte vloeibaar worden; omsmelten; samenvloeien; smelten
go together een fusie aangaan; fuseren; samengaan
go with een fusie aangaan; fuseren; samengaan
melt together fuseren; ineensmelten; samensmelten; versmelten
merge een fusie aangaan; fuseren; ineensmelten; samengaan; samensmelten; versmelten bijeen voegen; combineren; samenvloeien; samenvoegen