Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ganja:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ganja (Nederlands) in het Engels

ganja:

ganja [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ganja
    the ganja; the weed; the pot; the grass
    • ganja [the ~] zelfstandig naamwoord
    • weed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grass [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ganja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ganja ganja
grass ganja gazon; gras; grasmat; grasperk; grastapijt; grasveld; hennep; marihuana; mat; stuff; weed; wied; wiet
pot ganja hennep; kookpot; lesbienne; marihuana; pot; stuff; weed; wied; wiet
weed ganja hennep; marihuana; slappe vent; slappeling; stuff; weed; wied; wiet; woekerplant
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pot hamsteren; oppotten; opzij leggen; potten
weed schoffelen; wieden