Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. geanimeerd:
  2. animeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geanimeerd (Nederlands) in het Engels

geanimeerd:

geanimeerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geanimeerd (drukpratend; druk)
    vibrant; animated; up
    • vibrant bijvoeglijk naamwoord
    • animated bijvoeglijk naamwoord
    • up bijvoeglijk naamwoord
  2. geanimeerd (energiek; vief; levendig; vol fut)
    vigorous; lively; energetic; spirited

Vertaal Matrix voor geanimeerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lively pittigheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animated druk; drukpratend; geanimeerd blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
energetic energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vol energie; voortvarend
lively energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut actief; beweeglijk; blij; blijmoedig; daadkrachtig; dartel; dynamisch; energiek; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; spiritueus; tierig; vrolijk
spirited energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut spiritueus
vibrant druk; drukpratend; geanimeerd blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
vigorous energiek; geanimeerd; levendig; vief; vol fut doortastend; drastisch; ferm; fier; flink; fysiek sterk; glorieus; groots; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; prat; sterk; stevig; trots; vitaal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
up druk; drukpratend; geanimeerd aan; bij; erbij; erop; naar boven; naar boven toe; omhoog; op; opwaarts

animeren:

animeren werkwoord (animeer, animeert, animeerde, animeerden, geanimeerd)

  1. animeren (stimuleren; aanzetten; aansporen)
    to encourage; to stimulate; to activate; to urge
    • encourage werkwoord (encourages, encouraged, encouraging)
    • stimulate werkwoord (stimulates, stimulated, stimulating)
    • activate werkwoord (activates, activated, activating)
    • urge werkwoord (urges, urged, urging)

Conjugations for animeren:

o.t.t.
  1. animeer
  2. animeert
  3. animeert
  4. animeren
  5. animeren
  6. animeren
o.v.t.
  1. animeerde
  2. animeerde
  3. animeerde
  4. animeerden
  5. animeerden
  6. animeerden
v.t.t.
  1. heb geanimeerd
  2. hebt geanimeerd
  3. heeft geanimeerd
  4. hebben geanimeerd
  5. hebben geanimeerd
  6. hebben geanimeerd
v.v.t.
  1. had geanimeerd
  2. had geanimeerd
  3. had geanimeerd
  4. hadden geanimeerd
  5. hadden geanimeerd
  6. hadden geanimeerd
o.t.t.t.
  1. zal animeren
  2. zult animeren
  3. zal animeren
  4. zullen animeren
  5. zullen animeren
  6. zullen animeren
o.v.t.t.
  1. zou animeren
  2. zou animeren
  3. zou animeren
  4. zouden animeren
  5. zouden animeren
  6. zouden animeren
diversen
  1. animeer!
  2. animeert!
  3. geanimeerd
  4. animerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor animeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
urge aandrift; drift; genoegen; genot; instinct; lust; wellust
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activate aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanmoedigen; activeren; bezielen; opleven; oppeppen; opwekken; reanimeren; stimuleren; tot leven wekken; verlevendigen
encourage aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; activeren; bemoedigen; bezielen; iemand motiveren; motiveren; opjutten; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; stimuleren; toejuichen; toemoedigen
stimulate aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aanmoedigen; aansporen; aanzetten; aanzetten tot; activeren; bezielen; iemand motiveren; instigeren; motiveren; oppeppen; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren
urge aansporen; aanzetten; animeren; stimuleren aandrijven; aandringen; aanhouden; aansporen; aanzetten tot; instigeren; manen; met aandrang herinneren; op iets aandringen; opkrikken; opwekken; prikkelen; provoceren; rappelleren; stimuleren

Wiktionary: animeren

animeren
verb
  1. opmonteren, opvrolijken

Cross Translation:
FromToVia
animeren animate animerdouer de vie un corps organiser.