Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. geciviliseerd:
  2. civiliseren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geciviliseerd (Nederlands) in het Engels

geciviliseerd:

geciviliseerd bijvoeglijk naamwoord

  1. geciviliseerd (ontwikkeld; beschaafd; gecultiveerd)
    civilized; cultivated; civil; courteous; polite; cultured; civilised

Vertaal Matrix voor geciviliseerd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
civilised beschaafde
civilized beschaafde
cultivated beschaafde
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
civil beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld beleefd; beschaafd; burgerlijk; civiel; fatsoenlijk; gemanierd; netjes; ordentelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
civilised beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
civilized beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
courteous beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld attent; beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; galant; gemanierd; hoffelijk; netjes; ridderlijk; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed
cultivated beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld gecultiveerd; met zorg aangekweekt
cultured beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld gecultiveerd; met zorg aangekweekt
polite beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld attent; beleefd; beschaafd; galant; gemanierd; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed

Wiktionary: geciviliseerd

geciviliseerd
adjective
  1. behaving in a reasonable or polite manner

geciviliseerd vorm van civiliseren:

civiliseren werkwoord (civiliseer, civiliseert, civiliseerde, civiliseerden, geciviliseerd)

  1. civiliseren (beschaven; cultiveren; ontwikkelen)
    to cultivate; to civilize; to civilise
    • cultivate werkwoord (cultivates, cultivated, cultivating)
    • civilize werkwoord, Amerikaans (civilizes, civilized, civilizing)
    • civilise werkwoord, Brits

Conjugations for civiliseren:

o.t.t.
  1. civiliseer
  2. civiliseert
  3. civiliseert
  4. civiliseren
  5. civiliseren
  6. civiliseren
o.v.t.
  1. civiliseerde
  2. civiliseerde
  3. civiliseerde
  4. civiliseerden
  5. civiliseerden
  6. civiliseerden
v.t.t.
  1. ben geciviliseerd
  2. bent geciviliseerd
  3. is geciviliseerd
  4. zijn geciviliseerd
  5. zijn geciviliseerd
  6. zijn geciviliseerd
v.v.t.
  1. was geciviliseerd
  2. was geciviliseerd
  3. was geciviliseerd
  4. waren geciviliseerd
  5. waren geciviliseerd
  6. waren geciviliseerd
o.t.t.t.
  1. zal civiliseren
  2. zult civiliseren
  3. zal civiliseren
  4. zullen civiliseren
  5. zullen civiliseren
  6. zullen civiliseren
o.v.t.t.
  1. zou civiliseren
  2. zou civiliseren
  3. zou civiliseren
  4. zouden civiliseren
  5. zouden civiliseren
  6. zouden civiliseren
diversen
  1. civiliseer!
  2. civiliseert!
  3. geciviliseerd
  4. civiliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor civiliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
civilise beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen
civilize beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen
cultivate beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; ontginnen; opfokken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voor landbouw klaar maken; voortbrengen

Wiktionary: civiliseren

civiliseren
verb
  1. beschaving bijbrengen
civiliseren
verb
  1. to educate to a perceived higher standard of behaviour