Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gestippeld:
  2. stippelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gestippeld (Nederlands) in het Engels

gestippeld:

gestippeld bijvoeglijk naamwoord

  1. gestippeld (gespikkeld; spikkelig)
    speckled

Vertaal Matrix voor gestippeld:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
speckled gespikkeld; gestippeld; spikkelig gespikkeld

stippelen:

stippelen werkwoord (stippel, stippelt, stippelde, stippelden, gestippeld)

  1. stippelen (bespikkelen)
    to dot; to speckle
    • dot werkwoord (dots, dotted, dotting)
    • speckle werkwoord (speckles, speckled, speckling)

Conjugations for stippelen:

o.t.t.
  1. stippel
  2. stippelt
  3. stippelt
  4. stippelen
  5. stippelen
  6. stippelen
o.v.t.
  1. stippelde
  2. stippelde
  3. stippelde
  4. stippelden
  5. stippelden
  6. stippelden
v.t.t.
  1. ben gestippeld
  2. bent gestippeld
  3. is gestippeld
  4. zijn gestippeld
  5. zijn gestippeld
  6. zijn gestippeld
v.v.t.
  1. was gestippeld
  2. was gestippeld
  3. was gestippeld
  4. waren gestippeld
  5. waren gestippeld
  6. waren gestippeld
o.t.t.t.
  1. zal stippelen
  2. zult stippelen
  3. zal stippelen
  4. zullen stippelen
  5. zullen stippelen
  6. zullen stippelen
o.v.t.t.
  1. zou stippelen
  2. zou stippelen
  3. zou stippelen
  4. zouden stippelen
  5. zouden stippelen
  6. zouden stippelen
diversen
  1. stippel!
  2. stippelt!
  3. gestippeld
  4. stippelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stippelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dot punt; spikkel
speckle spikkel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dot bespikkelen; stippelen stippen
speckle bespikkelen; stippelen stippen

Verwante woorden van "stippelen":


Wiktionary: stippelen


Cross Translation:
FromToVia
stippelen spread; punctuate; stud; stipple; shower; strew; disseminate; propagate; scatter parsemersemer ou jeter çà et là ; répandre.