Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. glibberigheid:
  2. glibberig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor glibberigheid (Nederlands) in het Engels

glibberigheid:

glibberigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de glibberigheid (gladheid)
    the slitheriness
  2. de glibberigheid
    the slipperiness

Vertaal Matrix voor glibberigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slipperiness glibberigheid
slitheriness gladheid; glibberigheid

Verwante woorden van "glibberigheid":


glibberig:

glibberig bijvoeglijk naamwoord

  1. glibberig (donker; verdacht; obscuur; )
    suspicious; suspect; obscure; shady; grimy; questionable; dubious; sinister; shifty; nasty; unreliable; slimy; problematic; uncertain
    scary
    – provoking fear terror 1
    • scary bijvoeglijk naamwoord
      • a scary movie1
  2. glibberig (glad)
    slippery; slithery; greasy

Vertaal Matrix voor glibberig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
suspect aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obscure troebel maken; verdonkeren; verduisteren; versomberen; vertroebelen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dubious donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedenkelijk; betwist; discutabel; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
greasy glad; glibberig smeerachtig; vet; vetachtig; vethoudend; vetrijk; vettig
grimy donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedoezeld; groezelig; kliederig; knoeierig; met vuil bemorst; morsig; smerig; smoezelig; vies; viezig; vuil
nasty donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht achterbaks; banaal; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; grof; in het geniep; kwalijk; laag-bij-de-grond; leep; listig; lomp; misselijk; naar; onpasselijk; onwel; pesterig; plat; platvloers; ploertig; schunnig; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vunzig
obscure donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht buiten gebruik; defect; onduidelijk; onklaar; onoverzichtelijk; stuk; wollig
problematic donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht kritisch; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; problematisch
questionable donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht aanvechtbaar; bedenkelijk; bestrijdbaar; betwist; betwistbaar; discutabel; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht
scary donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; angstaanjagend; angstwekkend; beangstigend; dreigend; eng; gevaarlijk; griezelig; schrikaanjagend; schrikwekkend; sinister; vreesaanjagend; vreeswekkend
shady donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht argwaan opwekkend; armoedig; beschaduwd; flodderig; haveloos; lommerachtig; lommerrijk; luguber; macaber; pover; schaduwachtig; schaduwrijk; schamel; sjofel; sjofeltjes; spookachtig; verdacht; verlopen; vol schaduw
shifty donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht
sinister donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht akelig; angstaanjagend; beangstigend; dreigend; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; luguber; macaber; onheilspellend; sinister; spookachtig
slimy donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht slijmig
slippery glad; glibberig achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; obsceen; schuin; slinks; slipgevaarlijk; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vies; vunzig; zedeloos
slithery glad; glibberig obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos
suspect donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht
suspicious donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht achterdochtig; argwanend; kwaaddenkend; wantrouwend; wantrouwig
uncertain donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; niet zeker; omstreden; ongewis; onvast; twijfelachtig; verdacht
unreliable donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht

Verwante woorden van "glibberig":


Verwante definities voor "glibberig":

  1. met gladde, vetachtige huid of oppervlakte2
    • de vis was erg glibberig2

Wiktionary: glibberig

glibberig
adjective
  1. glad, moeilijk houvast op te krijgen
glibberig
adjective
  1. of a surface

Cross Translation:
FromToVia
glibberig slippery glissant — Sur quoi l’on glisse facilement.