Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gouvernement (Nederlands) in het Engels

gouvernement:

gouvernement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gouvernement (regering; gezag; kabinet)
    the government; the cabinet; the administration; the local government; the colonial government; the colonial administration

Vertaal Matrix voor gouvernement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administration gezag; gouvernement; kabinet; regering aanwenden; aanwending; administratie; beheer; bescherming; bewaking; controle; gebruik; hoede; toediening; toepassing; toezicht; zeggenschap; zorg
cabinet gezag; gouvernement; kabinet; regering kabinet; kabinetje; kabinetkast; kast; kastje; ministerraad; ministerraden
colonial administration gezag; gouvernement; kabinet; regering
colonial government gezag; gouvernement; kabinet; regering
government gezag; gouvernement; kabinet; regering autoriteiten; bestuursapparaat; bewind; landsregering; openbaar gezag; overheid; regering; regeringsapparaat; regeringsstelsel; regime; rijksbestuur; staatsbestel; staatsbestuur
local government gezag; gouvernement; kabinet; regering plaatselijke overheid

Verwante woorden van "gouvernement":

  • gouvernementen

Wiktionary: gouvernement

gouvernement
noun
  1. complete body of government ministers

Cross Translation:
FromToVia
gouvernement colonial administration Gouvernement — die Regierung von Gebieten in Übersee
gouvernement provincial government GouvernementGeschichte: Provinzverwaltung, die Verwaltung einer Provinz
gouvernement government GouvernementGebiet von einem Gouverneur verwaltet
gouvernement government; administration; control; reign; rule; governance; regulation; ruling; ascendancy; ascendance gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.