Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. graad:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor graad (Nederlands) in het Engels

graad:

graad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de graad (gradatie; mate)
    the degree; the level
    • degree [the ~] zelfstandig naamwoord
    • level [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de graad (militaire rang)
    the degree
    • degree [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de graad (wetenschappelijke graad)
    the grade; the degree in science; the title
  4. de graad (peil; niveau)
    the level
    • level [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. de graad (thermometergraad; warmtegraad)
    the degree; the thermometerdegree

Vertaal Matrix voor graad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degree graad; gradatie; mate; militaire rang; thermometergraad; warmtegraad kwantiteit; mate
degree in science graad; wetenschappelijke graad
grade graad; wetenschappelijke graad beoordelingscijfer; cijfer; klas; klasse; punt; schoolcijfer; schooljaar
level graad; gradatie; mate; niveau; peil afgraven; afgraving; dimensieniveau; echelon; etage; gehalte; geleding; laag; niveau; peil; plan; stand; verdieping; vlak; vlak maken; waterpas; woonlaag
thermometerdegree graad; thermometergraad; warmtegraad
title graad; wetenschappelijke graad aanduiding; aanspraak; benaming; benoeming; boektitel; grammaticaal predikaat; opschrift; predikaat; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; waardigheidstitel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
level afplatten; effenen; gelijk trekken; gelijkmaken; nivelleren; platmaken; vereffenen; verrekenen; vlak maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
level effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit; waterpas

Verwante woorden van "graad":

  • graden

Verwante definities voor "graad":

  1. bepaalde titel1
    • ze heeft een graad gehaald aan de universiteit1
  2. kleinste afstand op een thermometer1
    • hij heeft 40 graden koorts1
  3. negentigste deel van een rechte hoek1
    • je tekent een hoek van 45 graden1

Wiktionary: graad

graad
noun
  1. eenheid om hoeken te meten
graad
noun
  1. level or degree
  2. amount, proportion, extent
  3. unit of temperature
  4. in geometry: unit of angle

Cross Translation:
FromToVia
graad degree; order GradRang
graad degree Grad — das Ausmaß, das Viel oder Wenig einer Eigenschaft oder eines Zustandes
graad degree Gradakademischer Titel
graad degree GradMaßeinheit, an der eine Eigenschaft oder ein Zustand gemessen wird
graad degree; grade degréespace compris entre deux marches d’un escalier.
graad title titre — désignation

Verwante vertalingen van graad