Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. grandeur:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grandeur (Nederlands) in het Engels

grandeur:

grandeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de grandeur (indrukwekkendheid; grootsheid)
    the grandeur; the grandiosity; the impressiveness; the majesty; the haughtiness; the pride

Vertaal Matrix voor grandeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grandeur grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid
grandiosity grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid
haughtiness grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid arrogantie; bombast; egotisme; eigendunk; eigenwaan; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; hooghartigheid; hoogmoed; hoogmoedigheid; hovaardigheid; hovaardij; ijdelheid; pompeusheid; trots; verwaandheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid
impressiveness grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid
majesty grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid
pride grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid eer; eergevoel; fierheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots