Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hoog:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoog (Nederlands) in het Engels

hoog:

hoog bijvoeglijk naamwoord

  1. hoog (hooggelegen)
    high; situated up-high
  2. hoog (schel; scherp; schril; hard; snerpend)
    shrill
    • shrill bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hoog:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shrill hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; hel; indringend; schel klinkend; scherp; scherpklinkend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
high hoog; hooggelegen
situated up-high hoog; hooggelegen

Verwante woorden van "hoog":


Antoniemen van "hoog":


Verwante definities voor "hoog":

  1. behoorlijk ver van de grond1
    • de doelman maakte een hoge sprong1
  2. met een grote waarde1
    • ze vragen een hoge prijs voor dit huis1
  3. scherp, licht en helder1
    • ze heeft een hoge stem1
  4. ver in rang of volgorde1
    • de hogere klassen hebben vrij1

Wiktionary: hoog

hoog
adjective
  1. 2, 3, 4
hoog
adverb
  1. -
adjective
  1. of great or large quantity
  2. tall, lofty
  3. elevated
  4. musically higher-pitched than desired
  5. of a building

Cross Translation:
FromToVia
hoog high; tall hochsozial: vornehm, im Rang weit oben stehend
hoog high; tall hochakustische Wahrnehmung: mit großer Schwingungszahl
hoog high; tall hochgroß in der Ausdehnung nach oben; eine bestimmte Höhe aufweisend
hoog high; tall hoch — weit oben befindlich
hoog loud; lofty; high haut — Qui élever. — note Par opposition à bas et à petit, en parlant d’un objet considérer par rapport à tous les autres objets du même genre, ou seulement par comparaison à un ou à plusieurs autres.

Verwante vertalingen van hoog