Nederlands

Uitgebreide vertaling voor iets bemachtigen (Nederlands) in het Engels

iets bemachtigen:

iets bemachtigen werkwoord

  1. iets bemachtigen (verkrijgen; verwerven; kopen; eigen maken)
    to seize; take possession of; get hold of something; to secure; to lay one's hands on
  2. iets bemachtigen (verkrijgen; te pakken krijgen)
    to obtain; to seize; to get hold of; to seize upon; get one's hands on; to lay one's hands on; to receive for one's portion
    • obtain werkwoord (obtains, obtained, obtaining)
    • seize werkwoord (seizes, seized, seizing)
    • get hold of werkwoord (gets hold of, got hold of, getting hold of)
    • seize upon werkwoord (seizes upon, seized upon, seizing upon)
    • get one's hands on werkwoord
    • lay one's hands on werkwoord (lays one's hands on, laid one's hands on, laying one's hand on)
    • receive for one's portion werkwoord (receives for one's portion, received for one's portion, receiving for one's portion)

Vertaal Matrix voor iets bemachtigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
secure borgen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
get hold of iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen te pakken krijgen; tepakkenkrijgen
get hold of something eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven
get one's hands on iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen
lay one's hands on eigen maken; iets bemachtigen; kopen; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven te pakken krijgen; tepakkenkrijgen
obtain iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen aankopen; aanschaffen; acquireren; bemachtigen; binnenbrengen; binnenhalen; inwinnen; kopen; trachten te krijgen; verkrijgen; verwerven
receive for one's portion iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen
secure eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven aan elkaar bevestigen; beveiligen; bevestigen; bewaren; deponeren; ergens aan bevestigen; opslaan; van alarm voorzien; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastzetten; verbinden; verzekeren; zekeren
seize eigen maken; iets bemachtigen; kopen; te pakken krijgen; verkrijgen; verwerven aanhouden; aanklampen; aanpakken; arresteren; beetgrijpen; beetpakken; bemachtigen; betrappen; bevangen; buitmaken; confisqueren; gevangennemen; graaien; grijpen; grissen; in beslag nemen; ingrijpen; inrekenen; jatten; klauwen; klemmen; knellen; omklemmen; oppakken; pakken; pikken; snaaien; snappen; toegrijpen; toetasten; vangen; vastklampen; vastpakken; vatten; verbeurdverklaren; veroveren; verstrikken; wegkapen; zich bedienen
seize upon iets bemachtigen; te pakken krijgen; verkrijgen bemachtigen
take possession of eigen maken; iets bemachtigen; kopen; verkrijgen; verwerven aannemen; aanvaarden; accepteren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
secure veilig

Verwante vertalingen van iets bemachtigen