Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. imbeciel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor imbeciel (Nederlands) in het Engels

imbeciel:

imbeciel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de imbeciel (dwaas; gek; idioot)
    the imbecile; the idiot; the fool
    • imbecile [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fool [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de imbeciel (mafkees; flapdrol; debiel; )
    the madcap; the dud; the jerk; the drip; the figure; the character; the idiot; the madman
    • madcap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jerk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • character [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • madman [the ~] zelfstandig naamwoord

imbeciel bijvoeglijk naamwoord

  1. imbeciel (zwakzinnig; dement; idioot; debiel)
    demented; mentally retarded; feeble-minded

Vertaal Matrix voor imbeciel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
character debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot aard; figuur; geaardheid; gemoed; inborst; individu; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; letter; letterteken; mentaliteit; natuur; personage; teken; type
drip debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot drop; druppel; infusum; infuus; schlemiel; slemiel; slungel; sofvent; sukkel; watje
dud debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot sofvent
figure debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot cijfer; constitutie; figuur; gedaante; gestalte; getal; lichaamsbouw; lichaamslijn; lichaamspostuur; personage; postuur; rangnummer; silhouet; uiterlijk; verschijning; vorm
fool dwaas; gek; idioot; imbeciel achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; kalfskop; mallerd; malloot; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; pias; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zot; zottin; zwakzinnige
idiot debiel; dwaas; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot achterlijke; dolleman; domkop; dommerik; domoor; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; kalfskop; krankzinnige; kuiken; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uil; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
imbecile dwaas; gek; idioot; imbeciel dolleman; geesteszieke; gek; krankzinnige; waanzinnige
jerk debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot oetlul; sodemieter
madcap debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot dolleman; geesteszieke; gek; krankzinnige; razende; waanzinnige
madman debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; waanzinnige; zot achterlijke; despoot; dolleman; geesteszieke; gek; geschifte; idioot; krankzinnige; overheerser; razende; tiran; waanzinnige; woesteling; zwakzinnige
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drip afdruipen; afdruppelen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; sijpelen; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken
figure figureren; visualiseren
fool afzetten; beet nemen; beetnemen; foppen; in de maling nemen; in het ootje nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; wijsmaken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demented debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feeble-minded debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig
idiot dwaas; gek; idioot; maf
mentally retarded debiel; dement; idioot; imbeciel; zwakzinnig achtergebleven; achterlijk

Verwante woorden van "imbeciel":

  • imbecielen, imbeciele

Wiktionary: imbeciel

imbeciel
noun
  1. person with limited mental capacity
  2. fool
  3. slang: saphead
adjective
  1. very stupid

Cross Translation:
FromToVia
imbeciel foolish imbécile — Qui est peu capable de raisonner, de comprendre et d’agir judicieusement. (Sens général).