Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. infectueus:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor infectueus (Nederlands) in het Engels

infectueus:

infectueus bijvoeglijk naamwoord

  1. infectueus
    contagious; infectious; catching; transmittable; infecting

Vertaal Matrix voor infectueus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infecting aansteken; besmetten; besmetting
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
catching infectueus aanstekelijk; besmettelijk
contagious infectueus aanstekelijk; besmettelijk; infecterend; infectieus
infectious infectueus aanstekelijk; besmettelijk; infecterend; infectieus
transmittable infectueus aanstekelijk; besmettelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infecting infectueus aanstekelijk; besmettelijk